Kan er echt leven zijn op Proxima b?

kijkmagazine

27 augustus 2016 10:30

leven op Proxima b

Er cirkelt een mogelijk bewoonbare planeet rond de ster die het dichtst bij de zon staat, zo werd deze week bekend. Hoe groot is de kans dat zich hier daadwerkelijk leven bevindt?

Terecht was hij groot in het nieuws: de vondst van een planeet bij Proxima Centauri, de ster die het dichtst bij onze zon staat. Vooral omdat hij niet zo heel veel zwaarder zou kunnen zijn dan de aarde (hoe zwaar hij echt is, weten we overigens nog niet) en zich ook nog eens in de bewoonbare zone van zijn ster bevindt. Er zou dus leven kunnen voorkomen. Maar daar zitten wel nog wat haken en ogen aan.

Hete en koude kant

Het voornaamste probleem is het type ster waar de planeet in kwestie, Proxima b, zijn baantjes rond trekt. Dat is namelijk niet een ster zoals de zon, maar een rode dwerg. Dat wil zeggen: een klein, licht, zwak en relatief koel sterretje; waar de zon een oppervlaktetemperatuur heeft van zo’n 5500 graden Celsius, is dat bij Proxima Centauri maar 2780 graden.

Gevolg van die lagere temperatuur is dat een planeet er behoorlijk dicht op moet staan, wil hij warm genoeg zijn om water in vloeibare vorm te herbergen – een belangrijke voorwaarde voor leven zoals wij dat kennen. Alleen: een planeet die zich zo dicht bij zijn ster bevindt, staat waarschijnlijk altijd met dezelfde kant naar die ster toegekeerd. (Zoals ook altijd dezelfde zijde van de maan naar de aarde toe is gekeerd.) Dat betekent, zo dachten sterrenkundigen eerder, dat zo’n planeet één heel hete kant heeft en één heel koude kant. Alleen het smalle gebiedje op de overgang van het hete naar het koude halfrond zou dan mogelijk geschikt zijn voor leven.

Inmiddels zijn astronomen weer deels van dat beeld afgestapt. Een atmosfeer zou bijvoorbeeld de warmte wat gelijkelijker kunnen verdelen over de planeet, waardoor een groter deel van het oppervlak bewoonbaar kan zijn. Maar het blijft ook dan een planeet waar het aan de ene kant eeuwig dag is en aan de andere kant eeuwig nacht.

In het midden van deze foto, rechts naast zijn grote broer Alpha Centauri AB, zie je de rode dwergster Proxima Centauri, die nu over een planeet blijkt te beschikken.

Ontsnapt water

Een ander punt is het licht dat Proxima Centauri uitzendt. Niet alleen is dit bescheiden sterretje een stuk minder helder dan de zon, het zendt ook minder ultraviolet licht uit (dat veel energie bevat) en meer infrarood licht (met weinig energie). Dat maakt het moeilijker voor planten die gebruikmaken van fotosynthese om aan voldoende energie te komen. Ook eventueel zeeleven kan het zwaar hebben, omdat infrarood licht door water wordt geabsorbeerd.

Tenminste – als er überhaupt water is. Op het moment weten we alleen dat Proxima b warm genoeg is om vloeibaar water mogelijk te maken, niet wat voor stoffen er daadwerkelijk te vinden zijn. Daarnaast zou het kunnen dat er ooit water wás, maar dat dit grotendeels de ruimte in is ontsnapt; bij rode dwergen een heel reële mogelijkheid.

Overspoeld met röntgenstraling

Tot slot zijn rode dwergen nogal van de ups en de downs. Soms zijn ze overdekt met zonnevlekken (oké, sterrenvlekken), waardoor ze maandenlang tot 40 procent minder licht uitstralen. Niet ideaal als je het als levensvorm van dat licht moet hebben. Op andere momenten kunnen deze sterren juist enorme vlammen de ruimte in sturen, waarbij ze eventuele planeten overspoelen met röntgenstraling. Ook weer niet ideaal.

Bovendien kunnen deze vlammen én het enorme magneetveld van een rode dwerg (dat van Proxima Centauri is zeshonderd keer zo groot als dat van onze zon) een flink deel van de atmosfeer van een nabije planeet doen verdwijnen. De ontdekkers van Proxima b downplayen dat risico overigens. In hun Nature-artikel schrijven ze: “Studies naar vergelijkbare planetenstelsels wijzen erop dat deze verliezen relatief klein kunnen zijn”. Maar goed, misschien zijn ze niet de meest objectieve wetenschappers waar het de leefbaarheid van deze planeet betreft…

Stokoud

Tegenover al die nadelen staat één groot voordeel. Rode dwergen springen zo ontzettend zuinig om met hun brandstof, dat ze stokoud kunnen worden. Hun geschatte levensduur loopt in de biljoenen jaren. Oftewel: honderden keren zo lang als de levensduur van onze zon, die wordt geschat op 10 miljard jaar. Eventueel leven heeft dus wel alle tijd om zich te ontwikkelen onder deze niet bepaald ideale omstandigheden.

Bronnen: Nature (1), Nature (2) e.a.

Beeld: G. Coleman/ESO



De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."








Meer Achtergronden