KIJK-lezer Goos gebruikt zijn nagels zoals de meesten van ons. “Om irritante voorwerpen uit elkaar te pulken en voor als ik jeuk heb. Voor de rest zijn ze eigenlijk best onhandig.”

Niet iedereen zal je frustratie delen, Goos! Nagels, en dan vooral vingernagels, komen toch regelmatig van pas. Om te krabben inderdaad, om zenuwachtig op te bijten, of om pietepeuterige werkzaamheden te verrichten. Veel plastic verpakkingen vrágen gewoon om het gebruik van nagels, evenals het stukje spinazie dat tussen twee voortanden is terechtgekomen.

Maar nagels doen meer. Zo beschermen ze je vingers tegen verwondingen en eeltvorming, waardoor de ultragevoelige zenuwuiteinden in je vingertoppen bruikbaar blijven. Ze lijken ook dienst te doen bij het betasten van voorwerpen. Door de tegenkracht die nagels aan de andere kant van je vinger uitoefenen, zou je kleine details beter kunnen onderscheiden.

Over het nut van teennagels is weinig bekend. De term ‘nut’ is in dit verband sowieso lastig. Want wie zegt dat nagels niet een overblijfsel uit onze evolutionaire geschiedenis zijn, net als de blindedarm en het staartbeentje? Een restant van hoeven bijvoorbeeld, waar we toevallig maar het beste van hebben gemaakt. Het lijkt er echter wel op dat nagels en hoeven meerdere malen naast elkaar zijn ontstaan. Dat maakt de kans groter dat we ze ook echt hebben omdat ze functioneel zijn.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar [email protected]!

Tekst: Diana de Veld