De herfst is alweer begonnen; tijd voor de bomen om hun bladeren te laten vallen. Maar niet alle bomen worden kaal. Waarom een loofboom wel, maar een dennenboom niet?
Het al of niet laten vallen van bladeren en naalden is voor bomen een afweging tussen hoeveel energie het kost om ze door de winter heen te behouden en de energie die het kost om ze in de lente opnieuw te maken. Omdat er ’s winters niet zoveel zon is, zijn bladeren dan minder nuttig. Tegelijkertijd verliezen ze door verdamping kostbaar vocht en kost het energie om ze te onderhouden.
Loofbossen staan vaak op rijke grond, dus is het een eitje voor ze om in het voorjaar nieuwe bladeren te maken. Sparren en dennen daarentegen staan vaak op arme grond. Daardoor hebben ze niet de optie om hun naalden te laten vallen. Om te zorgen dat ze desondanks niet te veel water verliezen, zijn de naalden kleiner en compacter dan bladeren en hebben ze bovendien een wasachtig laagje dat verdamping tegengaat.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar [email protected]!
Tekst: Hidde Boersma