De Amerikanen werken aan een nieuwe generatie toestellen die vanaf hun staart kunnen opstijgen en landen.

Begin jaren vijftig, toen de Koude Oorlog net een beetje op gang begon te komen, waren zowel de Russen als de Amerikanen bang dat de vijand tijdens de eerste aanvalsgolf allerlei vliegvelden plat zou gooien. De Amerikanen probeerden daarom toestellen te ontwikkelen die de nodige slagkracht konden leveren, maar vanaf kleine schepen verspreid over de aardbol het luchtruim konden kiezen.

Twee vliegtuigbouwers, Convair en Lockheed, werkten elk aan een eigen prototype van de zogenoemde tail sitters (staartzitters). Dat werden uiteindelijk de XFY-1 en de XFV-1, bijgenaamd ‘Pogo’ en ‘Pogo Stick’, naar de springstokken die in die tijd populair waren. Als de piloot eenmaal in de cockpit was geklommen konden de toestellen, aangedreven door twee in tegengestelde richting draaiende propellers, het luchtruim in.

De XFV-1

Het werd nooit wat met Pogo en Pogostick. Voornamelijk doordat het voor de piloten vrijwel onmogelijk bleek om het toestel na de vlucht achterwaarts op een rollend en stampend schip neer te zetten.

En toch wil DARPA, het onderzoekinstituut van het Amerikaanse leger, het oude idee weer van stal halen. Het nieuwe project heet Tactically Exploited Reconnaissance Node, kortweg TERN. Uiteraard krijgen die nieuwe tail sitters geen piloten meer aan boord. Ze gaan grotendeels autonoom allerlei missies uitvoeren en zetten zichzelf daarna ook zelfstandig op het scheepsdek. Dat zou door de ontwikkeling van nieuwe systemen een stuk soepeler moeten gaan dan in de jaren vijftig. Het is de bedoeling dat de toestellen dezelfde taken uit kunnen voeren als de MQ-1 Predators of de MQ-9 Reapers.

Door de TERN-toestellen op relatief kleine Amerikaanse marineschepen te stationeren die de hele wereld rondvaren, kunnen de Amerikanen volgens DARPA-projectleider Daniel Patt doelen bereiken op 90 tot 97 procent van al het land op aarde.

Inmiddels heeft Northrop Grummans dochtermaatschappij Scaled Composites de opdracht gekregen om voor 150 miljoen dollar (142 miljoen euro) een prototype te ontwikkelen. Als alles volgens planning verloopt, wil Northrop het door een helikopterstraalmotor aangedreven prototype al in 2018 laten vliegen.

Bronnen: Breaking Defense, Northrop Grumman

Beeld: Northrop Grumman