US Air Force test anti-crashsysteem

André Kesseler

09 augustus 2010 16:00

De Amerikaanse luchtmacht is begonnen aan de eerste operationele tests van het automated ground collision avoidance system. En dat gaat de komende 25 jaar veel vliegers het leven redden.

Het probleem is wat in de luchtmachtwereld nogal eufemistisch controlled flight into terrain (CFIT) wordt genoemd. Tijdens de ingewikkelde manoeuvres die een vlieger tijdens een missie soms moet uitvoeren, maakt hij een inschattingsfout en het toestel gaat de grond in. Vooral met low-level-vluchten is de kans daarop groot.

Een jaar of tien geleden werd een poging gedaan om het  probleem aan te pakken met de ontwikkeling van PGCAS, het predictive ground collision avoidance system. De PGCAS-computer analyseerde de vliegbewegingen en gaf, als het mis dreigde te gaan, geluidswaarschuwingen waar de vlieger dan zelf op moest reageren. Maar in de praktijk bleek dat de vliegers die waarschuwingen vaak negeerden, om een of andere reden niet in staat waren om nog te reageren (black-out, overzicht kwijt) of dat de waarschuwing domweg te laat kwam om nog iets te kunnen doen.

PGCAS had dan ook niet het gewenste resultaat. Volgens cijfers van de Defense Safety Oversight Council (SCOC) zijn er tussen 2000 en 2009 door CFIT-incidenten maar liefst zestien gevechtsvliegtuigen verloren gegaan en dertien vliegers omgekomen. Dat maakt CFIT, met bij elkaar 25 procent van het totaal, binnen de Amerikaanse luchtmacht tot de belangrijkste oorzaak van crashes. En dat terwijl vijftien van die toestellen met PGCAS uitgerustte F-16’s waren.

Vandaar dus de roep om een geautomatiseerd systeem dat niet waarschuwt, maar ingrijpt op het moment dat het mis dreigt te gaan. De NASA en het Amerikaanse Air Force Research Laboratory begonnen in 2006 met de ontwikkeling van het nieuwe systeem.

Nou zijn er in de luchtvaart nogal wat voorbeelden te vinden van misverstanden en regelrechte gevechten tussen vliegers en de boordcomputer. Een belangrijke voorwaarde was dan ook het nieuwe systeem de vlieger en de missie nooit in gevaar mag brengen. En dat is lastig, want hoe moet een computersysteem nou bepalen of de vlieger iets juist inschat of niet? Maar er is goede hoop dat dat nu is gelukt. Auto-GCAS grijpt de stick pas 1,5 seconden voor het point of no return; het moment dat het toestel crasht en de vlieger geen actie heeft ondernomen.

Als de tests goed verlopen, wordt de apparatuur ingebouwd in de jongere F-16-types van de US Air Force, en later ook in de F-22 Raptor en de F-35 Lightning II (JSF). Het Pentagon heeft berekend dat Auto-GCAS de komende 25 jaar gaat voorkomen dat 250 vliegers het leven laten en 280 gevechtsvliegtuigen ter waarde van 12,7 miljard dollar verloren gaan.

Bronnen: AFRL/Aviation Week & Space Technology

Beeld: AFRL/NASA



De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."








Meer Filmpjes