De hersenwetenschap moet meer onderzoek doen naar linkshandigen, vind neuroloog Roel Willems. KIJK sprak met hem.
Zo’n 10 procent van de bevolking wordt bij sommige onderzoeken al bij voorbaat uitgesloten van deelname aan onderzoek: hun linkshandigheid veroorzaakt immers ruis in de resultaten, en dat vinden wetenschappers maar knap onhandig. Niet slim, vindt neuroloog Roel Willems van het Donders Institute for Brain Cognition and Behaviour (Radboud Universiteit Nijmegen).
KIJK: U vindt dat er meer hersenonderzoek moet worden gedaan onder linkshandigen?
Roel Willems: “Inderdaad. Samen met enkele collega’s heb ik daarover een artikel geschreven in Nature Reviews (PDF). Wij stellen dat linkshandigen belangrijk zijn voor wetenschappers, óók als die niet specifiek geïnteresseerd zijn in het thema linkshandigheid. Als je bijvoorbeeld onderzoek wilt doen naar hoe de hersenen emoties op gezichten in de omgeving herkennen, kunnen linkshandigen je daar veel over vertellen.”
Toch worden linkshandigen vaak geweerd bij hersenonderzoek. Waarom?
“Het is eigenlijk een beetje een traditie in ons vakgebied. Van oudsher zijn hersenwetenschappers bang voor verschillen in lateralisatie. Aangezien handvoorkeur makkelijk is te testen, worden linkshandigen daarom vaak bij voorbaat al buiten het onderzoek gehouden. Maar ze worden soms ook achteraf uit de analyse gelaten, als hun resultaten te zeer afwijken van de resultaten van rechtshandigen. Dat is een groot probleem in mijn soort werk: wij zijn gewend aan groepsanalyses, waarbij de statistiek je beloont als de proefpersonen erg op elkaar lijken. In jargon kun je zeggen dat de afwijkingen van linkshandigen ons ‘ruis’ opleveren. Je kunt echter ook zeggen dat die afwijkingen juist interessant zijn. En dan is het geen ruis meer, maar een bevinding: de verschillen kunnen je iets vertellen.”
Wat wilt u dan precies: meer specifiek onderzoek naar linkshandigen, of meer linkshandigen betrekken bij regulier onderzoek?
“Beide kunnen waardevol zijn. De eerste aanpak, meer onderzoek naar linkshandigen, is het vaakst gedaan. Een mooi voorbeeld daarvan komt van mijn voormalige collega Daniel Casasanto. Hij liet proefpersonen steeds twee vreemde, niet-bestaande figuurtjes zien, en vroeg vervolgens welke van deze ‘Fribbles’ het mooist of het eerlijkst of het intelligentst was. Een absurde taak – maar wel een taak die aantoonde dat rechtshandigen de positieve eigenschappen vaker toeschreven aan de rechterpoppetjes, en linkshandigen vaker aan de linkerpoppetjes. Een interessant gegeven, dat alleen werd ontdekt door rekening te houden met de handvoorkeur van de deelnemers.”
Dit is een fragment van een interview te vinden in KIJK 5/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 3 tot en met 30 april.
Tekst: Rik Peters
Foto: Nina Davids
Ik ben zo goed als in alles linkshandig. Met mijn zestigjarige leeftijd
was ik in mijn jeugdjaren een van de eerste weinigen die niet gedwongen werden
rechts te leren schrijven. Je kan dat gerust zien als een overwinning voor linkshandigen.
Want verder ben ik in mijn leven veel onbegrip tegen gekomen als je met deze “handicap” want zo mag je het gerust noemen,geconfronteerd werd.
Dat begon al met het knippen met een schaar, iets onmogelijks als je dat met je linker hand wild doen, noodgedwongen heb ik mij dat maar rechtshandig aangeleerd.
En dan in mijn tienerjaren bijvoorbeeld de balpen aan het kettinkje aan de
rechterzijde van het bankloket, uiterst irritant als je je handtekening moest zetten
onder een overschrijvingsafschrift. En dat zijn zomaar twee dingen van de vele.
Een trauma aan over gehouden? Nou nee, eerder een gevoel van ik ben uniek :-)
want als linkshandige ben je intelligent genoeg om voordeel te halen uit deze
handicap :-)
De wereld wordt geregeerd door rechtshandigen.
Maar linkshandigen zijn slimmer.
Of niet red.?
Ik ben 75 jaar en moest gedwongen rechtshandig leren schrijven, dat ksotte veel strijd en moeite. Werken met gereedschap doe ik linkshandig en ik geloof dat ik een gespleten persoonlijkheid ben, haha.
Het boek van Elkhonon Goldberg geeft in één van de hoofdstukken een interessante kijk op linkshandigen. Zij zouden namelijk in hun denken ook een voorkeur hebben voor het gebruik van de rechter hersenhelft en daardoor vooral innovatieve en nieuwe ideeën hebben en goed zijn in het leggen van verbanden. Goldberg is een neuropsycholoog. Het zou mij nou interessant lijken of die andere manier van denken ook door wetenschappers als Roel Willems worden onderzocht. Overigens erg goed van hem om te pleiten voor het gebruik van linkshandigen in onderzoeken, want de mensheid behandelen als een éénheidsworst is ook een utopie die de wetenschap voor zichzelf creëert.
Het boek waarover ik het heb, is het volgende:
Goldberg, E., (2010). Het sturende brein. Onze hersenen in een complexe wereld.
Uitgeverij: Wereldbibliotheek bv
Ik leerde schrijven en schreef met mijn linkerhand zonder moeite in spiegelschrift. Iets wat ik tot op de dag van vandaag nog altijd moeiteloos en perfect kan. Ik kan dus zowel met mijn linker als rechterhand normaal (?) en in spiegelschrift schrijven. Voor het overige gebruik ik veel mijn linkerhand ….maar ook noodgedwongen (?) veel mijn rechterhand ….ik geef toe, soms heb ik het gevoel tilt te slaan :-) ….en zeker als kind heb ik heel veel moeite gehad om hierin mijn draai te vinden.