Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Kun je nog maar net vliegen, word je geveld door een rukwind. Het overkwam twee jonge gevleugelde reptielen, blijkt uit onderzoek.
Pterosauriërs waren de meesters van de lucht. Met een spanwijdte van soms wel meerdere meters zeilden deze reptielen hoog boven land en zee, op zoek naar prooien beneden hen. Maar hoe machtig ze ook leken, ook hen trof weleens het noodlot. Vooral de kleinere exemplaren.
Zo hebben wetenschappers van de University of Leicester twee fossielen ontdekt van piepjonge pterodactylussen met gebroken vleugels. Waarschijnlijk probeerden ze – en mogelijk ook andere leeftijdsgenoten – zo’n 150 miljoen jaar geleden een hevige storm te trotseren en moesten ze dat met de dood bekopen.
Goed bewaard
Normaal gesproken vinden paleontologen vooral exemplaren van vliegende reptielen die volwassen waren tijdens hun sterven en zijn fossielen van ‘jonkies’ zeldzaam. De dunne fragiele botjes van jonge pterosauriërs vergaan namelijk sneller in de loop van de tijd.
De onderzoekers deden hun vondst in de Solnhofener-kalksteen in het Duitse Beieren, een bijzondere vindplek van pterosaurusfossielen uit het Boven-Jura (161 tot 145 miljoen jaar geleden). En die fossielen zijn ook nog eens uitzonderlijk goed bewaard gebleven én in complete staat.
De twee fossielen van jonge pterosaurusfossielen waren enkele dagen of weken oud toen ze overleden, en hadden beide een geknapte vleugel . De een rechts, de ander links. De schade aan het opperarmbeen bestond uit een rechte en ‘schone’ breuk. Dat wijst er volgens de onderzoekers op dat de verwonding moet zijn ontstaan door een plotseling harde rukwind. En niet een botsing tegen een hard oppervlak.
Lucky I en II
Lucky I en II – zoals de onfortuinlijke kleintjes ironisch worden genoemd – probeerden dus te vliegen tijdens een storm. Ze raakten gewond, crashten toen in een lagune en verdronken daar tussen de wilde golven. De kleine fladderaars werden vervolgens snel begraven in de zeebodem door de fijne kalksteenmodder, dat was omgewoeld door de wilde zee.
Doordat het proces allemaal zo snel ging kon het kalksteen de botten direct goed afsluiten van zuurstof en andere elementen. Daardoor bleven ze uitzonderlijk goed bewaard.

Honderden fossielen
De onderzoekers denken dat ook de andere jonge pterodactylussen in Solnhofen – er zijn in totaal wel honderden fossielen gevonden – in zulke monsterstormen ten onder zijn gegaan. De oudere volwassen pterodactylussen konden de storm waarschijnlijk wel aan. Die zeilden vervolgens verder door de lucht en stierven via ouderdom of andere doodsoorzaken.
Bronnen: Current Biology, University of Leicester via EurekAlert!
Beeld: Artwork by Rudolf Hima