Welke invloed hebben micronutriënten op onze evolutie?

KIJK-redactie

11 september 2025 15:00

micronutriënten

Een nieuwe studie suggereert dat tekorten en overschotten aan micronutriënten bij onze voorouders tot genetische veranderingen hebben geleid.

Onder micronutriënten verstaan we onder andere vitamines en mineralen die essentieel voor ons zijn in kleine, specifieke hoeveelheden. Het menselijk lichaam kan deze stoffen zelf niet aanmaken, en daarom moeten we ze uit ons voedsel halen.

In het verleden werd de hoeveelheid micronutriënten in het menselijke dieet grotendeels bepaald door de samenstelling van de lokale bodems. Op sommige plekken kregen onze voorouders daarom (te) weinig of (te) veel van een bepaalde vitamine of mineraal binnen. En dat, zo stellen onderzoekers, zie je terug in ons DNA.

Magnesium en jodium

Het team onderzocht bijna 900 genomen (het geheel aan genen) van mensen wereldwijd. Dit om te zien of het DNA is aangepast aan lokale hoeveelheden van dertien micronutriënten waaronder ijzer, zink, selenium en jodium. Of om preciezer te zijn: de onderzoekers zochten naar genvarianten die bij sommige bevolkingen vaker voorkwamen, omdat ze een voordeel kunnen opleveren bij de opname van de micronutriënten.  

Een van de opmerkelijke resultaten: bij de Oeigoeren en de Brahui in Centraal- en Zuid-Azië, waar de bodem veel magnesium bevat, vonden onderzoekers aanwijzingen voor aanpassing in twee genen die met magnesiumopname te maken hebben. Het team denkt dat deze veranderingen helpen om minder magnesium op te nemen – en zo te voorkomen dat het lichaam last krijgt van een teveel.

Een ander resultaat dat opvalt is dat de bevolking in Centraal Amerika, op plaatsen waar de grond weinig jodium bevat, aanpassingen in genen hebben die betrokken zijn bij de regulering van jodium. Dit is mogelijk een teken van aanpassing aan lage hoeveelheden jodium in de voeding.

Voedsel verhandelen

De onderzoekers vonden naar eigen zeggen in bijna elke bevolking ter wereld tekenen van aanpassing aan minstens één micronutriënt.

Evolutionair antropoloog Mark Stoneking, werkzaam bij het Duitse Max Planck-instituut, laat aan New Scientist weten onder de indruk te zijn van de studie. “Maar”, zo benadrukt hij, “er is nog veel meer onderzoek nodig om te bevestigen dat deze sporen echt het resultaat zijn van selectie. Sommige zullen onvermijdelijk vals-positief blijken te zijn.”

De wetenschappers zelf pleiten ook voor meer onderzoek. Er is meer werk nodig om de effecten van de vele genvarianten die het team vond beter te begrijpen. Nu voedsel wereldwijd wordt verhandeld, zou het kunnen blijken dat mensen met bepaalde genvarianten meer of juist minder van specifieke micronutriënten nodig hebben.

Bronnen: The American Journal of Human Genetics, New Scientist

Beeld: Ruslanas Baranauskas/SPL/Getty Images

Cover_KIJK_9_2025_website

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK! 

PODCAST

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."