Lange reizen, wrede behandeling, bedorven eten, slechte beloning, godsdienstwaanzin en hebzucht: het kan allemaal voedingsbodem zijn voor de ergste nachtmerrie van iedere kapitein, een muiterij. We zetten een aantal gewelddadige muiterijen uit de annalen van de zeevaart op een rij
Terreurbewind van een mislukte apotheker, Batavia (1629)
Het is de ochtend van 4 juni 1629, voor de kust van West-Australië. Het gloednieuwe VOC-schip Batavia knalt met 322 opvarenden op een koraalrif. Veertig mensen verdrinken, de overlevenden bereiken het onbewoonde Beaconeiland. Opperkoopman François Pelsaert besluit samen met schipper Adriaen Jakobszoon en nog een paar zeelui in een sloep de lange tocht naar Nederlands-Indië te ondernemen om hulp te halen. Onderkoopman Jeronimus Corneliszoon krijgt het bevel over de achterblijvers.
Wat Pelsaert niet weet: Jakobszoon en Corneliszoon hadden voor de ramp al plannen gesmeed de macht op de Batavia te grijpen. Jakobszoon háát Pelsaert, die hem op een eerdere reis heeft vernederd. Corneliszoon op zijn beurt is een failliete apotheker uit Haarlem. De twee muiters hebben het gemunt op twaalf kisten met zilver en goud ter waarde van 260.000 gulden. Omrekenen naar hedendaagse valuta is complex, maar de inhoud zou nu vele miljoenen euro’s waard zijn. Genoeg om naar een vreemde haven te varen en daar buiten de greep van de VOC in weelde verder te leven.
Orgie van geweld
Na het vertrek van de opperkoopman en schipper wordt Corneliszoon bang dat Pelsaert van de zeelui in de sloep zal vernemen van de geplande muiterij. In dat geval zou de VOC geen hulp sturen, maar een strafexpeditie. De gesjeesde apotheker besluit met alle mogelijke middelen de totale macht te grijpen op Beaconeiland. Mocht er een schip uit Java arriveren, dan zal hij dit overnemen om alsnog naar een buitenlandse haven te ontkomen.
Corneliszoon stuurt twintig soldaten onder leiding van Groninger Wiebbe Hayes naar het naburige Walibi-eiland, zogenaamd om water en voedsel te zoeken. Kort hierop begint hij met een aantal aanhangers een duivelse terreur. Alle mensen die hij ziet als potentiële tegenstanders, laat hij op gruwelijke wijze vermoorden. Binnen vier maanden worden 120 bemanningsleden en passagiers omgebracht. Corneliszoon deinst nergens voor terug. Zo laat hij op één avond de vrouw en alle zes kinderen van de scheepsdominee met bijlen en messen afmaken.
De orgie van geweld stopt pas wanneer in september 1629 het VOC-schip Saerdam vanuit Java arriveert. Hayes, nog steeds op Walibi-eiland, bereikt het schip als eerste en kan zo de gezagvoerder informeren over de terreur. Soldaten van de Saerdam bezetten hierop Beaconeiland en nemen Corneliszoon gevangen. Ze hakken zijn beide handen af en hangen hem ter plaatse op, samen met zijn trouwste volgelingen. Zestien andere muiters worden naar Batavia gebracht en daar geëxecuteerd. Het wrak van de Batavia is pas in 1963 gevonden.
Dit is een van de muiterijen die worden beschreven in het artikel ‘Opstand aan boord’. De revoltes op andere schepen, van de Zeven Provinciën en de Nijenburg tot de ‘gekkenlogger’ uit Katwijk, vind je in KIJK Geschiedenis 8 van 2025. Deze editie kun je bestellen in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Teake Zuidema
Beeld: State Library of NSW