Vier jaar duurde de dekolonisatieoorlog tussen Nederland en Indonesië. Maar er waren nog meer landen die overzeese problemen kregen. KIJK zette er nog 3 op een rij.
Toen Japan zich op 15 augustus 1945 overgaf, leek er een einde te zijn gekomen aan de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië. Twee dagen later roept ir. Soekarno, de leider van de Partai Nasional Indonesia, de onafhankelijkheid uit en verklaarde daarmee niet langer een kolonie van Nederland te zijn. Nederland accepteerde dit niet en een stuurde een enorm leger naar de rebellerende kolonie om ‘recht en veiligheid’ te herstellen. Daardoor ontbrandde een vier jaar durende oorlog.
Nederland vocht in Indonesië de eerste dekolonisatieoorlog uit. Maar diverse andere Europese landen kregen ook grote overzeese problemen. KIJK zette er nog drie op een rij.
1. Algerije
2. Maleisië
In 1948 worden de Britten in deze Zuidoost-Aziatische kolonie geconfronteerd met een communistische opstand. De guerrilla’s zijn in hoofdzaak etnische Chinezen en hebben onder dat bevolkingsdeel ook de meeste steun. Om daar een eind aan te maken, sluiten de Britten zo’n 500.000 mensen in bewaakte kampen op, zogenoemde New Villages. Ze gebruiken stevige methoden, waaronder marteling, en zetten zelfs ontbladeringsmiddelen in. Desondanks is het communistische verzet pas na tien jaar gebroken.
3. Mozambique en Angola
Dit is een kader uit het artikel ‘Het is hier geen schiettent’ te vinden in KIJK 8/2017. Deze editie ligt in de winkel vanaf 20 juli tot en met 23 augustus.
Meer informatie:
Tekst: Leo Polak
Beeld: Spaarnestad Fotoarchief/HH
De KIJK Revolutie-special staat in het teken van de veranderende wereld om ons heen. Wil je graag meer lezen over de geschiedenis in wording? Bestel dan hier deze KIJK-special. Abonnee worden op KIJK? Dat kan hier!