Een mRNA-vaccin werkt ook tegen slangengif

Paul Serail

25 november 2025 12:00

slangengif vaccin

De slangensoort Bothrops asper.

Je kunt mensen inenten tegen slangengif. Dan heeft een beet minder ernstige gevolgen.

Jaarlijks sterven ongeveer 140.000 mensen wereldwijd na een slangenbeet. Zo’n 400.000 houden er blijvende schade aan over. Zou je het gif minder schadelijk kunnen maken met een vaccinatie? Dat kan, laat een studie van de University of Reading (VK) zien. 

De onderzoekers maakten een mRNA-vaccin, samen met wetenschappers van de Technical University of Denmark. Daarvoor gebruikten ze de techniek die ook gebruikt wordt om ons in te enten tegen COVID. Het vaccin zou moeten beschermen tegen het gif van de slangensoort Bothrops asper, een adder die voorkomt in Midden- en Zuid-Amerika.

Lees ook:

Spieren stuk

Het gif van deze slang sloopt je spieren. Daardoor houden mensen vaak blijvende schade over aan een te intieme ontmoeting met deze slangensoort. Zelfs als ze na een beet op tijd in het ziekenhuis zijn voor een behandeling met tegengif.

In de nieuwe studie maakten de onderzoekers een mRNA-vaccin dat ingespoten kan worden in spierweefsel. Je eigen cellen gaan vervolgens antistoffen aanmaken tegen het slangengif. Bij een beet worden de schadelijke gifstoffen daardoor snel uitgeschakeld door je eigen afweer.

Het is voor het eerst dat het lukt om met een mRNA-vaccin schade te voorkomen na een slangenbeet. De onderzoekers testten de methode op spiercellen die in het lab groeien. Binnen een dag waren er antistoffen ontstaan die de effecten van het slangengif tegengingen. 

Vaccin beschermt

Ze testten het vaccin ook op proefdieren. Muizen kregen een inenting en werden 48 uur later blootgesteld aan het slangengif. De gevaccineerde muizen hadden minder spierschade. 

Antigif dat na een slangenbeet wordt toegediend, belandt over het algemeen in de bloedbaan en helpt je de beet te overleven. Voor de bescherming van het lichaamsdeel waar de slang gebeten heeft, is deze werkwijze soms minder effectief. Daar zouden mRNA-vaccins bij kunnen helpen. Het idee is dan om ze in te spuiten vlak na een beet. De antilichamen beschermen lokaal de weefsels, op plaatsen waar het antigif minder makkelijk doordringt. 

Het vaccin dat de onderzoekers hebben gemaakt, beschermt maar tegen één bestanddeel van het gif van de slang. Maar slangengif is een cocktail van verschillende schadelijke stoffen. De wetenschappers willen dan ook gaan werken aan een inenting die meerdere gifstoffen uitschakelt. 

Daarnaast moet het middel koel bewaard worden. In afgelegen gebieden kan dat onhandig zijn. En het duurt nu nog uren voordat het lichaam antilichamen heeft gemaakt. Als je mensen zou willen inenten die net gebeten zijn, zou de reactie veel sneller moeten.

Bronnen: University of Reading, Trends in Biotechnology

Beeld: Brian Gratwicke/CC BY 2.0

Cover van KIJK 1-2026

Duik in de wereld van wetenschap, technologie en ruimtevaart met KIJK! Ontdek de meest fascinerende achtergronden, baanbrekende ontwikkelingen en de spannendste verhalen uit de ruimte.

Wil jij niets missen én profiteren van een scherpe aanbieding? Word nu lid van KIJK en lees meer voor minder!

Reageren? Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

PODCAST

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."