Onderzoekers stellen dat zaadcellen hun staart niet symmetrisch heen en weer slaan, maar een kurkentrekkerachtige beweging maken om zich voort te bewegen.
Meer dan 300 jaar geleden gebruikte Antonie van Leeuwenhoek een van de eerste microscopen om zaadcellen in detail (lees: gedetailleerder dan men tot toen toe gedaan had) te beschrijven. De levensbrengers, zoals de microbioloog de cellen noemde, bewegen zich voort door de staart heen en weer te zwiepen.
In vakblad Science Advances schrijven onderzoekers dat het anders ligt. Volgens hen lijkt de staart slechts heen en weer te zwiepen. In werkelijkheid zouden zaadcellen niet als een slang of aal door de vloeistof bewegen, maar een soort kurkentrekkerachtige beweging maken om van A naar B te komen.
Lees ook: ‘Eicel heeft voorkeur’
Kurkentrekker
De onderzoekers deden de conclusie met behulp van zeer nauwkeurige 3D-microscopie en een hogesnelheidscamera. Ze zagen dat de staart van de zaadcellen niet netjes symmetrisch heen en weer slaat, maar slechts naar één kant. Dat zou betekenen dat cellen eindeloos in een rondje zwemmen, maar gelukkig lijken de zwemmertjes daar iets op gevonden te hebben.
Door te rollen tijdens het zwemmen, middelt die eenzijdige staartslag zichzelf uit. Een mechanisme dat processie heet. Het resultaat is een kurkentrekkerachtige beweging, waarbij de zaadcellen dus niet eindeloos in een rondje, maar netjes vooruit bewegen.
Vruchtbaarheid
Hoewel nog niet iedereen overtuigd is, is het volgens de onderzoekers tijd de meer dan 300 jaar oude aanname te herzien. Met de vondst hoopt het team de werking van de kleine zwemmers en daarmee vruchtbaarheid en bevruchting verder uit te dokteren. Ook met de 3D-microscooptechniek die het team speciaal voor dit onderzoek ontwikkelde, hopen de onderzoekers in de toekomst meer vergelijkbare ‘geheimen’ te ontrafelen.

Bronnen: Science Advances, EurekAlert!
Beeld: Polymaths-lab.com; Gadêlha et al., 2020/Science Advances