Smaak en geur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Letterlijk, want sommige aroma’s interpreteert ons brein als smaak.
Je kent vast wel die drinkflessen waaraan je zogenoemde geurpods kunt bevestigen. Vervolgens ruikt je water bijvoorbeeld naar aardbei, ananas of watermeloen. Maar dat niet alleen, het water smáákt ook gelijk zoetig. Hoe kan dat? Onderzoekers van het Karolinska-Instituut in Zweden lijken het te weten. Geuren en smaken worden in een bepaald hersengebied samengevoegd, zo schrijven ze in Nature Communications.
Zoet en hartig
In het geval van de beschreven geurdrinkfles hierboven gaat het om een zogenoemde retronasale geur. Dat is een aroma die je waarneemt wanneer geurstoffen vanuit je mond via de keel naar de neusholte gaan tijdens het kauwen en slikken. Dit in tegenstelling tot orthonasale geur, waarbij geurstoffen van buitenaf direct de neusgaten binnenkomen, bijvoorbeeld wanneer je bloemen ruikt.
Onderzoeksleider Putu Agus Khorisantono en collega’s focusten zich in deze studie op de retronasale geur. Eerst leerden ze 25 gezonde volwassenen zoete en hartige smaken herkennen aan de hand van een combinatie van smaak én geur. Vervolgens ondergingen de deelnemers tweemaal een fMRI-scan. Een terwijl ze aan een smaakloos zoet of hartig aroma roken en een tijdens het proeven van een zoet of hartig drankje zonder geur.
Ondertussen trainde het team een computeralgoritme in het herkennen van de specifieke patronen in hersenactiviteit die optreden bij het ervaren van zoete en hartige smaken.
Smaakcortex
Wat bleek? De geuren die als zoet of juist hartig werden ervaren door de deelnemers activeerden dezelfde hersengebieden als de bijbehorende smaken álleen. Met andere woorden, smaak en geur bleken op dezelfde plek te worden verwerkt. Het gaat dan om de zogenoemde smaakcortex, een onderdeel van onder meer de insula. Vervolgens gaan het gedeelde signaal van smaak en geur naar de frontale kwabben, waar emoties en gedrag worden gekoppeld aan de beleving.
Het mechanisme van de combinatie van smaak en geur in het brein kan volgens Khorisantono en collega’s van belang zijn voor de manier waarop eetgewoonten ontstaan en worden beïnvloed.
Van kaas naar gebak
Natuurlijk is dit nu alleen vastgesteld voor retronasale geuren. Zou hetzelfde gelden voor orthonasale geuren? Dat willen Khorisantono en zijn team in een vervolgstudie gaan onderzoeken. Ook willen de onderzoekers kijken of het activatiepatroon in de smaakcortex verandert op het moment dat je van de zoute geur van de kaasafdeling de zoetige lucht van de gebaksafdeling binnenstapt in de supermarkt.
Wie weet dat aan de hand van de vergaarde gegevens dan zelfs een strategie kan worden bedacht om de neiging tot overeten, en daarmee overgewicht, terug te dringen.
Bronnen: Nature Communications, Karolinska Institutet via EurekAlert!
elementor-template id=”176944″]