Meisjes worden tegenwoordig eerder ongesteld dan hun moeders of grootmoeders. In de negentiende eeuw lag de gemiddelde leeftijd voor de eerste menstruatie (menarche) nog ergens tussen de 16 en 17 jaar. Tegenwoordig ligt die in de meeste westerse landen rond de 12,5 tot 13 jaar. Waarom?
De grootste daling vond plaats in de tweede helft van de twintigste eeuw, vooral dankzij verbeterde voeding, gezondheidszorg en leefomstandigheden. Als een meisje in die opzichten goed en gezond kan opgroeien, zal het lichaam eerder ‘klaar’ zijn voor de puberteit.
Hoewel de menarche-leeftijd in westerse landen nu redelijk stabiel is, kunnen andere factoren de puberteitsontwikkeling nog verder versnellen. Een daarvan is overgewicht: meer vetweefsel zorgt voor een verhoogde productie van leptine, een hormoon dat de hersenen het signaal geeft dat het lichaam klaar is voor de puberteit.
Lees ook:
Hormoonverstoorders
Inactiviteit speelt waarschijnlijk ook een rol. Een zittende leefstijl leidt niet alleen vaak tot overgewicht, maar vertraagt eveneens de stofwisseling, wat de productie en werking van hormonen zoals insuline en cortisol kan beïnvloeden. En dit kan weer bijdragen aan een versnelde puberteitsontwikkeling en eerste menstruatie.
Wetenschappers doen bovendien volop onderzoek naar de invloed van hormoonverstoorders, zoals BPA (een schadelijke stof in plastic verpakkingen), weekmakers in cosmetica en pesticiden in voedsel. Deze chemische stoffen kunnen het natuurlijke oestrogeen in het lichaam nabootsen, wat de puberteit kan versnellen.
Stress
Tot slot kan (langdurige) stress een rol spelen bij de start van de menstruatie. Meisjes die opgroeien in een onveilige of stressvolle omgeving, bijvoorbeeld door conflicten thuis of een afwezige ouder, komen vaak eerder in de puberteit. Dit komt door een verhoogde productie van cortisol, het stresshormoon dat de hormoonbalans beïnvloedt.
Hoe zit dat dan bij jongens? Ook die komen door dezelfde factoren sneller in de puberteit, maar bij hen is de verschuiving minder uitgesproken. Testosteron is namelijk minder gevoelig voor verstoringen dan oestrogeen. Bovendien speelt extra lichaamsvet bij jongens een minder grote rol doordat testosteron minder afhankelijk is van leptine.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 5/2025.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze special geven we antwoord op 172 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem hier! Of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Judith Neimeijer
Beeld: Satjawat Boontanataweepol/IStock/Getty Images