Geert Baudewijns moet onder hoge druk stand kunnen houden. In de kleine uurtjes voert hij onderhandelingen over losgelden die oplopen tot 2 miljoen euro. Een goede of slechte deal bepaalt het voortbestaan van een bedrijf. En is hij niet aan het chatten met hackers, dan struint hij het dark net af op zoek naar gelekte data. “Wanneer mensen denken alles kwijt te zijn, help ik ze uit de brand.”
Op een zomerse vrijdagochtend is de kofferbak van Geert Baudewijns al volgeladen: hij is klaar voor zijn vakantie. Maar vlak voor hij met het hele gezin naar Zuid-Frankrijk wil rijden, wordt hij gebeld door zijn boekhouder. Paniek. “We zijn gehackt”, klinkt het door de telefoon. Een hacker heeft een zwakke plek gevonden in de software van 56 verschillende bedrijven, waaronder de boekhouder van Baudewijns. Al diens belangrijke documenten zijn in één klap weg.
Goede wil
De hele Route du Soleil zit Baudewijns met zijn laptop op schoot te onderhandelen met de hacker. Pas na aankomst in zijn vakantieoord maakt hij de deal rond: onder een parasol tikt hij 300.000 dollar in bitcoins af. “Dan is het vaak twee à drie uur wachten – zonder communicatie met de hacker. Dat is het moment van doodgaan. Het geld krijg je niet meer terug. Je bent afhankelijk van de goede wil van de hackers.”
Baudewijns is de CEO van Secutec, een Belgisch cybersecuritybedrijf. Hij beschermt zijn klanten tegen hackers en virussen en onderhandelt dagelijks met cybercriminelen. Meestal vallen die aan met ransomware, een type software dat de toegang tot belangrijke documenten blokkeert. Cybercriminelen eisen dan losgeld, vaak in de vorm van bitcoins, in ruil voor het decoderen of deblokkeren van de gegevens. Baudewijns heeft ongeveer vijfhonderd van dat soort onderhandelingen geleid, ook tijdens zijn vakantie. Elke keer weer voelt hij stress. “Dat gaat nooit weg.”
Dit is het begin van het interview met cybersecurity-expert Geert Baudewijns. Het hele artikel lees je in KIJK 10-2025. Bestel deze editie in onze webshop.
Tekst: Loys Bakker
Beeld: Jonas Lampens