Veel Nederlanders geloven dat ons gezicht enigszins wordt gevormd door ons karakter. Wat zegt de wetenschap daarover? Onze columnist Ronald Veldhuizen zocht het uit.
Wat. Een. Gluiperd. Je hoeft maar één blik te werpen op het gezicht van Gríma ‘Wormtongue’ in de Lord of the Rings-film The Two Towers en je weet: slechterik! Die bleke huid, die spitse kin en gekromde neus, dat vlassige haar en de ingevallen ogen.
Onderbuikgevoel
Maar wordt ons gezicht echt gevormd door ons karakter? Fysionomie heet dat idee en bijna de helft van de Nederlanders gelooft er min of meer in, ontdekten wetenschappers van Tilburg University en de Universiteit Twente recent. Het is een neiging die vooral leeft bij mensen die op hun onderbuik zeggen te vertrouwen.
Ergens is de populariteit achter het karakter-vormt-gezicht-idee niet zo raar. We leven bijvoorbeeld in een tijd waarin allerlei trekjes aanleg hebben, dus waarom zou je karakter niet gewoon in je gezicht af te lezen zijn?
Wat ook kan: dat je karakter langzaamaan je gezicht verzuurt. Kinderboekenschrijver Roald Dahl verwoordde dat idee scherp in zijn boek De Griezels: jaren aan kwade intenties gaan zich uiteindelijk aftekenen op je gezicht. En jawel, lifestyle-bladen adviseren om je vriendelijker op te stellen in het dagelijks leven, want dan zou je gezicht mooi blijven.
Meer Columns van Ronald Veldhuizen:
Waardeloos
Het lastige aan al deze beweringen is dat ze wetenschappelijk bijna onmogelijk te onderzoeken zijn. Want je kunt niet iemand een leven lang volgen én controleren op hoe vaak die liegt of valsspeelt, en bepalen of het gezicht dáárdoor verandert.
Maar van sommige mensen weet je min of meer of ze kwaadaardig zijn, bedacht onderzoeker Stephen Porter: een groep topzware criminelen. De gezichtsfoto’s daarvan schotelde hij voor aan proefpersonen, naast die van Nobelprijswinnaars. Nou, zeg het maar, wiens gezicht is te vertrouwen? Daarop scoren mensen zo goed als een muntje werpen: waardeloos dus.
Niet onschuldig
Dat alleen al bewijst eigenlijk genoeg. Maar er is meer: in de praktijk blijft een eerste gezichtsindruk onterecht lang hangen, blijkt uit onderzoek van psycholoog Alexander Todorov, die er trouwens een heel boek aan wijdde (Face Value heet dat). Als iemand met een ‘gemeen’ gezicht zich verrassend vriendelijk blijkt te gedragen, stellen we ons eerste oordeel nauwelijks bij. En andersom: onze eerste indruk van knappe en vriendelijke uitziende personen stralen een positieve indruk uit die moeilijk stuk te krijgen is; zelfs in straf-en-beloningsspellen komen zij weg met meer kwaadaardigheid.
Daar is niks onschuldigs aan: mensen die pech hebben met hun neus, kin, wenkbrauwen en andere gezichtstrekjes, staan bij een eerste indruk meteen één-nul achter. Als je jarenlang scheef wordt aangekeken, wórd je daar op den duur natuurlijk ook chagrijnig van.
Ronald Veldhuizen is wetenschapsjournalist en schrijft onder meer voor de Volkskrant. Daarnaast is hij hoofdredacteur van Skepter. In deze column prikt hij elke maand een mythe door.
Deze column staat ook in KIJK 10/2025.