Voor ons zijn sperma, schaamhaar en zelfs onderwerpen als ejaculerende blauwe vinvissen enkel en alleen klinische aangelegenheden.

Op de eerste pagina’s van KIJK 3/2011 zie je de ontwikkeling van spermacellen. Elke man heeft ongelooflijk veel van die kraamkamertjes in zijn teelballen, en dat is prachtig. Zeker wanneer je bedenkt wat eruit voort kan komen. Mijn schoonzus is zwanger van haar eerste kind en wanneer je het dan hebt over een flupje met de grote van een flinke Hollandse garnaal, dat wel al beschikt over armen en benen, dan boezemt dat niets dan respect in.

Al zijn we daar hier op de KIJK-redactie niet bepaald mee bezig… Zo’n stukje tekst over vrolijke zwemmers zorgt eerder voor vreemde gesprekken in het dichtbevolkte pand van onze uitgever. Zo kon het gebeuren dat onze stagiair Joost in een overvolle kantine de vraag kreeg hoe het met zijn sperma stond. Niet doelend op zijn eigen zwemmersproductie, maar wel op de tekst die hij moest afleveren.

Zijn voorganger Tim kreeg eerder al het tamelijk ongemakkelijke verzoek of hij zijn schaamhaar kon indienen; oftewel zijn antwoord op de grote vraag waartoe dat kroezende haardosje dient. Zowel de opdracht als de vraag zorgden voor permanent rode, aandoenlijke wangen bij de man die het een halfjaar later – zonder blikken of blozen – voor elkaar kreeg een lekkerevrouwenformule voor ons te formuleren.

Dat is het effect van werken voor een titel als KIJK. Voor ons zijn sperma, schaamhaar en zelfs onderwerpen als ejaculerende blauwe vinvissen enkel en alleen klinische aangelegenheden. Toen ik onlangs voor een grote groep salesmensen een presentatie gaf over KIJK, werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. De duur van een varkensorgasme (30 minuten!), de penislengte van een Argentijnse bergeend (50 centimeter!) en de zwaarte van de testikels van de eerder genoemde blauwe vinvis (70 kilo!) bleken méér dan beestachtig interessante feiten. Het waren vooral gegevens waarvan de normaal zo goedgebekte salesmensen zenuwachtig gingen giechelen.

Speciaal voor hen nog een weetje voor de volgende verkooppraat: de ballen van een mus tijdens de paartijd kunnen tot zo’n duizend keer groter zijn dan daarbuiten. Respect!

Beeld: Studio 5982