Naar schatting zijn er nog zo’n 7100 talen. Sommige daarvan hebben een rijk arsenaal aan werkwoordstijden, andere doen het zonder. En in de ene taal ligt het verleden achter en de toekomst voor ons, in de andere geldt het omgekeerde. Door goed naar een taal te kijken, kun je meer vertellen over de manier waarop de sprekers ervan de wereld om hen heen zien.
De Inuit hebben honderd woorden voor sneeuw; negentig meer dan wij. De mensen uit de noordpoolgebieden van Amerika, Canada, Groenland en Siberië gebruiken bijvoorbeeld qana voor ‘vallende sneeuw’, piqsirpoq voor ‘opwaaiende sneeuw’, qimuqsuq voor ‘sneeuwjacht’ en aput voor ‘sneeuw op de grond’. Je hoeft geen taalkundige te zijn om te raden waarom: voor de gemiddelde Inuit is sneeuw belangrijker dan voor de gemiddelde Nederlander, en dat zie je terug in de woordenschat. Logisch. En toch is het onzin.
Dat de Inuit extreem veel termen hebben voor neerslag in de vorm van gekristalliseerde waterdeeltjes is namelijk een fabeltje. Het broodje-sneeuw-verhaal valt terug te voeren op een vrij obscure publicatie uit 1911, waarin de Amerikaanse antropoloog Franz Boas simpelweg stelde dat de Inuit meerdere woorden voor sneeuw gebruiken, en ter illustratie daarvan de vier eerder genoemde varianten opsomde. Maar zijn bewering werd gepopulariseerd, herhaald, aangedikt – en in februari 1984 schreef een anonieme journalist van The New York Times uiteindelijk dat het om wel honderd synoniemen ging. Een mythe was geboren.
Lees ook:
- Waarom klinkt een punt agressief? Wetenschappers bestuderen de ongeschreven regels van het appen
- Kun je je moedertaal vergeten?
Veel verder dan sneeuw
En toch is de legende niet helemaal belachelijk. Volgens antropoloog en taalkundige Caleb Everett, momenteel decaan van het College of Arts & Sciences aan de Universiteit van Delaware, worden talen immers wel degelijk beïnvloed door de omgeving waarin ze ontstaan. In zijn recentste boek A Myriad of Tongues. How Languages Reveal Differences in How We Think onderzoekt hij hoe talen van elkaar verschillen én of dat iets zegt over hoe de sprekers van die talen naar de wereld kijken. En dat gaat veel verder dan alleen het aantal woorden voor sneeuw.
Dit is het begin van het artikel over hoe taal de manier waarop je de wereld ziet beïnvloedt. Lees het hele artikel in KIJK 9-2025. Bestel deze editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Rik Peters
Beeld: Nazman Mizan/Getty Images