Luchtvaarthistorie: de vlucht van de Örnen

André Kesseler

20 april 2014 13:00

Elke zondag op de KIJK-site: een legendarische gebeurtenis of een opmerkelijk vliegtuig uit de luchtvaartgeschiedenis. Deze keer: in een ballon naar de Noordpool.

De Zweed Salomon August Andrée keek altijd een beetje meewarig naar poolreizigers. In zijn tijd, eind negentiende eeuw, waren al ongeveer duizend mannen aan een tocht naar het verre noorden begonnen. Sommigen probeerden domweg te achterhalen wat zich daar in die ijzige kou allemaal bevond, anderen wilden het bovenste punt van de aarde te bereiken of een oostelijke dan wel westelijke doorgang naar Azië vinden. En vrijwel altijd liepen die avonturen uit op bakken ellende: het trotseren van ijzige poolwinden, allesverblindende sneeuwstormen en diepe ijskloven. Het was dan ook geen wonder dat nog geen kwart van al die mannen uit de witte hel waren teruggekeerd.

Andrée raakte geïnteresseerd in ballonvaart en begon in 1892 aan de bouw van zijn eigen ballon, de Svea, waarmee hij veelbelovende tochten maakte. Hij vloog bijvoorbeeld over de Oostzee en bereikte tijdens een andere vlucht een hoogte van 5 kilometer. En zo ontstond het idee om de Noordpool te verkennen. Niet te voet, zoals al die andere sukkelaars, maar met een ballon vanuit Spitsbergen, en dan over de pool naar Alaska.

De ballon Örnen (adelaar) werd 29 meter hoog en kreeg een middellijn van 20 meter. Het volume van bijna 5000 kubieke meter zou worden gevuld met waterstof. Om goed op koers te kunnen blijven, had Andrée een systeem uitgedokterd waarmee hij zijn ballon met zeilen vlak boven de mand min of meer bestuurbaar zou maken. Normaal gesproken kan dat niet, omdat een ballon de snelheid krijgt van de wind die hem meevoert en zeilen dus nutteloos zijn. En dus was Andrée van plan om de Örnen af te remmen met lange lijnen die over de grond zouden slepen.

Lekken

In Zweden was men enthousiast over de toch wel wilde plannen, maar in het buitenland bleek men een stuk sceptischer (of, zo u wilt, nuchterder). De ballon was dan wel een klein beetje bestuurbaar, maar had toch een constante, gunstige wind nodig. Bovendien raakten de sleeptouwen continue met elkaar verward, knapten ze of bleven ze haken, waarna de ballon ineens een gevaarlijke ‘zwaai’ richting de aarde maakte. En ondanks het ijs dat zich waarschijnlijk op de ballon zou afzetten, moest het gevaarte toch een recordtijd van 30 dagen in de lucht blijven.

Hoewel de Örnen gemaakt zou worden door de beroemde Franse ballonnenbouwer Henri Lachambre (foto hierboven), kon ook die het gevaarte niet gasdicht krijgen. Er waren namelijk meer dan 8 miljoen steken nodig om de stroken van de ballon aan elkaar te naaien. En wat Lachambre er ook aan opplakstroken en een speciale lak tegenaan gooide, er bleef maar waterstof weglekken. De ballon verloor ongeveer 68 kilogram aan ‘opwaarts vermogen’ per dag.

Uitstel

Andrée negeerde de problemen en alle kritische opmerkingen (zelfs van zijn eigen team) en zette stug door. In juni 1896 toog hij naar Spitsbergen, samen met meteoroloog Nils Eckholm en fysicus Nils Strindberg, voor een eerste poging. Maar doordat de wind hardnekkig uit het noorden bleef waaien, moest het vertrek steeds worden uitgesteld. Het team bleef tot augustus in Danskøya en besloot toen om te wachten tot de volgende zomer.

 

En zo werd het juni 1897. Eckholm, die het jaar ervoor al had gedreigd om uit het project te stappen als Andrée geen betere ballon zou laten maken, was inderdaad afgehaakt en vervangen door de jongere Knut Frænkel. Eindelijk hadden ze geluk. De wind waaide strak uit het zuiden en op 11 juli stonden de drie mannen klaar voor vertrek.

In het heel leesbare boek De ijsballon, dat het hele avontuur van Andrée en zijn team vertelt, beschrijft Alec Wilkinson de laatste minuten voor het vertrek: “De journalist vroeg wanneer de wereld mocht hopen iets van hen te horen.” Waarop Andrée antwoordde: “In elk geval niet binnen drie maanden. Er kan een jaar, of wellicht twee verstreken zijn voordat u van ons hoort, en dan kunt u wellicht op een dag worden verrast door het nieuws van onze aankomst ergens. En zo niet – als u nooit meer van ons hoort – dan zullen anderen in onze voetsporen treden totdat de onbekende regionen van het noorden zijn verkend.” Met die woorden stapte de Zweedse ingenieur in de mand onder zijn ballon, waarna de drie trossen werden doorgesneden.

Tijdens het opstijgen ging het al mis. De ballon verloor ineens hoogte en terwijl de bodem van de mand het water raakte, kon de bemanning nog net op tijd 200 kilo aan ballast overboord gooien, waarna de ballon weer opsteeg. Waarschijnlijk waren de touwen weer eens in elkaar gekruld en ergens achter blijven haken. De grondploeg stond met ontzetting naar de drie afgeknapte sleeptouwen te kijken die op de grond lagen. Andrée schreeuwde nog wat naar beneden, maar de ballon was al te ver weg. En zo koersten de ‘poolvaarders’, door het verlies van de sleeptouwen net als iedere andere ballonvaarder onbestuurbaar en volledig afhankelijk van de wind, naar het ijskoude noorden.

Akelige stilte

Op 15 juli kwam er nog een postduif terug naar Danskøya met het bericht dat de expeditie 82°2′ NB had bereikt. Maar daarna werd er niets meer van de mannen vernomen en die akelige stilte zou tot 1930 duren.

Op 5 augustus van dat jaar voer een team van wetenschappers en robbenjagers aan boord van de Bratvaag langs Kvitøya (het Witte Eiland) en vonden daar de stoffelijke resten van Andrée, Strindberg en Frænkel. Bij de lichamen troffen ze dagboeken en tweehonderd foto’s aan. En zo werd, ruim 33 jaar nadat de Örnen vanuit Spitsbergen vertrok, eindelijk duidelijk wat er precies met het team was gebeurd.

Uit de dagboeken bleek dat er na 10 uur en 29 minuten al zo veel waterstof uit de ballon was gelekt dat de mand voor het eerst over het pakijs sleepte. In de 41 uur daarna ‘hobbelde’ het luchtvaartuig zo steeds verder naar het noorden, maar uiteindelijk was de ballon zo ver leeggelopen dat ze niet verder kwamen. Gelukkig hadden ze (mogelijk doordat ze zich realiseerden dat ze het toch niet zouden halen en de voorraad nog wel eens van pas kon komen) niet al te veel proviand en materiaal overboord gegooid. Er was een flinke hoeveelheid spullen aan boord; bij elkaar 767 kilo aan materiaal, water, kratten champagne, port, bier en etenswaren.

Eagle-crashed

De Örnen heeft zo veel waterstof verloren dat het team op het ijs strandt.

De drie mannen bleven een week in een tent bij de ballon en besloten toen te proberen om één van de plekken te bereiken waar van te voren, voor het geval het mis zou gaan, een voorraad voedsel en water was neergelegd. Ze verkozen Cape Flora boven de Zeven Eilanden (een van de noordelijke delen van Spitsbergen; zie kaartje), omdat daar de grootste voorraad lag.

Andreeexpedition

Dat zou een reis betekenen van dik 450 kilometer en dus probeerden ze in de eveneens meegebrachte sleeën zoveel mogelijk, geweren, munitie, water en voedsel te pakken. Gevolg daarvan was dat ze elk een slee van dik 200 kilo achter zich aan zeulden. De tocht verliep daardoor moeizaam en ze maakten maar weinig kilometers. Na een lange discussie werd uiteindelijk besloten om toch maar in de richting van Spitsbergen te lopen. En zo trokken de mannen maanden lang onder gruwelijke omstandigheden van ijsschots naar ijsschots naar het zuiden.

Op 12 september beseften de drie onfortuinlijke avonturiers dat ze op de Noordpool zouden moeten overwinteren en zochten ze een grote drijvende schots uit om daar van sneeuw en ijs een onderkomen te bouwen. Alle voorraden waren op en Andrée hoopte dat de schots zo ver naar het zuiden zou drijven dat ze vissen zouden kunnen vangen. Maar op 2 oktober botste de schots tegen een rotspunt van Kvitøya waardoor het precies onder de sneeuwhut in tweeën brak en de mannen uiteindelijk gedwongen werden om met hun spullen over te stappen op het onbewoonde eiland in de Noordelijke IJszee.

1200px-Polar.bear

De mannen hielden zich een tijd lang in leven met ijsbeervlees.

In de dagen erna verzamelden ze nog wat spullen om een nieuwe hut op het eiland te bouwen. In Andrée’s dagboek staat bij 8 oktober: “We zullen wrakhout en walvisbeenderen moeten verzamelen ten behoeve van het huis en het een en ander moeten verplaatsen.” Het was het laatste dat hij schreef. Het wrakhout werd verzameld, maar het huis werd nooit gebouwd. Het is niet bekend waaraan, in welke volgorde of wanneer de mannen precies zijn gestorven, maar volgens de deskundigen kan het niet lang meer hebben geduurd.

De stoffelijke overschotten van Andrée, Fraenkel en Strindberg werden door de Bratvaag teruggebracht naar Zweden, waar een plechtige uitvaart werd gehouden.

In Andrées geboortestad Gränna is een museum opgericht waar de dagboeken en de indrukwekkende foto’s die Strindberg tijdens de tocht maakte te bewonderen zijn. In het boek The Flight of the Eagle uit 1967 van Per Olof Sundman wordt Andrée neergezet als een man die onder  druk van de media en Zweedse wetenschappelijke en politieke bobo’s aan zijn wilde avontuur begon. Sundman ziet Andrée dan ook meer als iemand die door angst gedreven werd dan door moed. En dat loopt eigenlijk nooit goed af.

Bronnen: Alec Wilkinson: De ijsballon, Ambo/Anthos Uitgevers (2012), Wikipedia

Beeld: Nils Strindberg



De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."








Meer Artikelen