In Belize hebben archeologen de tombe gevonden van koning Te K’ab Chaak. Hij was de eerste koning van de grote Mayastad Caracol.
In het jaar 331 werd Te K’ab Chaak koning van Caracol. Zijn familielijn zou meer dan 460 jaar aan de macht blijven, ook tijdens de bloeitijd van de Mayastad van 560 tot 680 na Christus.
Wie tegenwoordig de resten van de stad Caracol wil bezoeken, hobbelt urenlang over onverharde wegen in de jungle van Belize. Dat land in Midden-Amerika grenst aan Mexico en Guatemala. De Maya’s bouwden daar, midden in het regenwoud, al enorme steden. Caracol telde tienduizenden inwoners.
Lees ook:
Tandenloze koning
Archeologen van de University of Houston en het Institute of Archaeology in Belize graven al meer dan veertig jaar in de stad. Nu hebben ze het graf gevonden van koning Te K’ab Chaak, de eerste koning van Caracol. Hij zal ongeveer 1,70 meter lang geweest zijn, is de schatting, en tanden troffen de onderzoekers niet aan.
De koning was bijgezet met potten van aardewerk en juwelen van jade. De onderzoekers vonden ook een masker dat versierd was met deze groene edelsteen. De potten waren beschilderd met afbeeldingen van een Mayaheerser met een speer, plaatjes van gevangenen en van de handelsgod van de Maya’s.
Een paar deksels hadden een handvat in de vorm van de kop van een neusbeer. Voor de familie Chaak was de neusbeer een bijzonder diertje. Ze namen de naam van de neusbeer, tz’uutz, op in hun eigen naam.
Groot netwerk
De archeologen hadden eerder al een paar tombes opgegraven in Caracol, maar dit is de eerste waarvan ze weten welke leider er in lag. De vondsten laten zien dat er waarschijnlijk contacten waren met Teotihuacan, een belangrijke Mayastad in Mexico. Zo is er aardewerk ontdekt in de stijl uit Teotihuacan en scherpe wapens van obsidiaan, een steensoort uit die regio. Dat is bijzonder, want eerder dachten onderzoekers dat de contacten tussen de grote steden pas later op gang kwamen.
De archeologen hadden rond Caracol al duizenden lappen landbouwgrond aangetoond. Ze legden een grote stadsplattegrond met marktplaatsen en waterreservoirs bloot. Daarnaast brachten ze een enorm wegennet in kaart. Teotihuacan lag 1200 kilometer verderop. Te voet moet het weken geduurd hebben om er te komen, maar dat was kennelijk geen belemmering.
De onderzoekers willen onder andere DNA-anaylyses gaan uitvoeren op de resten van de neusbeerkoning. Overigens noemden de Maya’s hun stad niet Caracol maar Uxwitza. Caracol is Spaans voor slak. De bochtige onverharde weg naar de archeologische vindplaats doet denken aan de spiraal van een slakkenhuis, is het idee.
Bron: University of Houston
Beeld: Ronald Plett/Unsplash