Neil Armstrong beantwoordt onverwacht vraag van blogger

André Kesseler

13 december 2010 16:00

Waarom werd bij de eerste maanlanding maar zo’n klein gedeelte van het oppervlak onderzocht? Wetenschapsblogger Robert Krulwich krijgt onverwacht antwoord op die vraag van de eerste man op de maan.

Op 25 mei 1961 kondigde president Kennedy aan dat Amerika er alles aan zou doen om als eerste een mens op de maan te zetten. Het was het startschot voor het Apollo-project dat ervoor zorgde dat de Eagle-lander ruim vier jaar en 25,7 miljard dollar later zijn landingsgestel in het maanstof kon zetten.

Commandant Neil Armstrong, Michael Collins en Edwin ‘Buzz’ Aldrin bleven er in totaal 21 uur en 31 minuten en verzamelden in die tijd 21,55 kilo maanstenen. Knap werk, alleen vroeg wetenschapsblogger Robert Krulwich zich af waarom de astronauten maar zo’n klein deel van het maanoppervlak hadden onderzocht; bij elkaar net iets meer dan een voetbalveld.

Krulwich kreeg totaal onverwacht antwoord van Neil Armstrong zelf. De 80-jarige, die nog steeds actief campagne voor een nieuwe maanmissie voert, stuurde een mailtje.

Een van de redenen was volgens de commandant dat de NASA er niet zeker van was of de watergekoelde ruimtepakken wel goed zouden werken. “We werkten in een bijna perfect vacuüm bij temperaturen van meer dan 90 graden Celsius en een zwaartekracht van een zesde van die op aarde. Dat soort omstandigheden zijn op aarde niet na te bootsen. We hadden geen exacte gegevens over hoe lang de watertanks op onze rug het zouden uithouden.”

Verder was een van de eerste taken van de astronauten het opzetten van een camera. de NASA wilde, vanuit PR-overwegingen, dat ze vervolgens hun werk zoveel mogelijk in het blikveld van die camera zouden uitvoeren.

Armstrong uitte in het mailtje zijn teleurstelling over het feit dat Amerika na zes bemande landingen niet terug naar de maan wil. “Ik vind dat verbijsterend. Het zou hetzelfde zijn als zestiende-eeuwse koningen hadden gezegd: ‘We hoeven niet naar de nieuwe wereld, want we zijn er al geweest.’”

Hieronder het complete mailtje van Armstrong.

Dear Mr. Krulwich

I was delighted to read your December 7 column on the the Apollo 11 lunar surface traverses,   The NASA maps do accurately portray the locations of the pathways used to complete the myriad of tasks we were assigned.  And, although I have not checked, I believe the comparison with the size of athletic fields is reasonably accurate.
You asked:  “Who knew?”
The answer to that question is:  Just about anyone who had any interest in learning the answer.  The plan for the lunar surface work was widely distributed and we even did a full dress rehearsal for the press at the NASA Johnson Space Center.

It is true that we were cautious in our planning.   There were many uncertainties about how well our Lunar module systems and our Pressure suit and backpack would match the engineering predictions in the hostile lunar environment.   We were operating in a near perfect vacuum with the temperature well above 200 degrees Fahrenheit with the local gravity only one sixth that of Earth.  That combination cannot be duplicated here on Earth, but we tried as best we could to test our equipment for those conditions.  For example, because normal air conditioning is inadequate for lunar conditions, we were required to use cold water to cool the interior of our suits.   We did not have any data to tell us how long the small water tank in our backpacks would suffice.  NASA officials limited our surface working time to 2 and 3/4 hours on that first surface exploration to assure that we would not expire of hyperthermia.  After returning to and repressurizing the Lunar Module, we were able to drain and measure the remaining water in the backpacks to confirm the predicted.

There was great uncertainty about how well we would be able to walk in our cumbersome pressurized suit.  My colleague demonstrated a variety of techniques in view of the television camera that I had installed in a position predetermined to be in the optimum spot for coverage of all of our activities.  Preflight planners wanted us to stay in TV range so that they could learn from our results how they could best plan for future missions.  I candidly admit that I knowingly and deliberately left the planned working area out of TV coverage to examine and photograph the interior crater walls for possible bedrock exposure or other useful information.  I felt the potential gain was worth the risk.

It is true that we would have liked to stay on the surface longer and traveled further away from the Lunar Module and the television camera.   But we had a number of experiments to install, samples to document and collect, and photographs to take.   The time available was fully allocated and we were working diligently to complete our assigned tasks.  The Lunar Laser Ranging Retroreflector we installed is still in use today in a variety of scientific experiments.

Later Apollo flights were able to do more and move further in order to cover larger areas, particularly when the Lunar Rover vehicle became available in 1971.  But in KRULWICH WONDERS, you make an important point, which I emphasized to the House Science and Technology Committee.   During my testimony in May I said, “Some question why Americans should return to the Moon.  “After all,” they say “we have already been there.”  I find that mystifying.  It would be as if 16th century monarchs proclaimed that “we need not go to the New World, we have already been there.”  Or as if President Thomas Jefferson announced in 1803 that Americans “need not go west of the Mississippi, the Lewis and Clark Expedition has already been there.”   Americans have visited and examined 6 locations on Luna, varying in size from a suburban lot to a small township.  That leaves more than 14 million square miles yet to explore.

I have tried to give a small insight into your question “Who knew?”
I hope it is helpful.

Sincerely,
Neil Armstrong
Commander
Apollo 11

Bronnen: The Independent

Beeld: NASA

Beeld: NASA



De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."








Meer Nieuws