Hagedissen kunnen ‘s ochtends minder goed jagen doordat ze koudbloedig zijn. Maar de kameleon is een uitzondering op die regel.

Andere koudbloedige soorten presteren minder als ze koud zijn. Na een frisse nacht hebben ze normaal gesproken wat tijd nodig om op te warmen, waardoor hun spieren beter gaan werken. Maar de kameleon heeft daar geen last van. Chris Anderson en Stephen Deban van de Universiteit van Zuid-Florida hebben ontdekt hoe dat kan.

Het geheim zit ‘m in de opgerolde tong van de kameleon. Als deze eenmaal is ‘geladen’ door de spier, kan hij bij iedere lichaamstemperatuur afgeschoten worden richting potentiële maaltijden. Dat is te danken aan een collageen dat, in tegenstelling tot een spier, niet minder presteert bij koude (lichaams)temperaturen. “Dit maakt het mogelijk om gebruik te maken van de voedingsmogelijkheden in de ochtend, ook als het lichaam nog niet is opgewarmd”, aldus Anderson tegenover New Scientist.

Mocht de kameleon beet hebben met zijn uitgeschoten tong, dan moet hij wel nog wat geduld hebben. Het binnenhalen van de tong gebeurt met een koude spier. En dat duurt dus even, waardoor het ontbijt wellicht toch nog een brunch wordt.

Bronnen: New Scientist