Hoe kunnen de coronavaccins zo snel zijn ontwikkeld?

Laurien Onderwater

18 december 2020 20:00

vaccin vaccins

Er zijn best veel mensen verbaasd en wantrouwend over de snelheid waarmee de verschillende coronavaccins zijn ontwikkeld en goedgekeurd. Maar daar is een goede verklaring voor.

Deze week meldden nieuwsmedia dat de bereidheid onder het ziekenhuispersoneel om zich te laten inenten laag is. Beroepsvereniging V&VN – die ruim 100.000 leden telt – liet verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten een enquête invullen en daaruit bleek dat slechts 42 procent wil worden gevaccineerd. Een reden die vaak wordt gegeven is dat mensen vinden dat het vaccin wel erg snel is ontwikkeld en goedgekeurd. Bij andere vaccins kan zoiets wel tien jaar duren.

De vraag is natuurlijk wel hoe representatief de verenigingsleden zijn voor alle verpleegkundigen en verzorgenden in Nederland. Eerder dit jaar verscheen bijvoorbeeld een artikel in de Volkskrant waarin, na een grondige analyse, werd geconcludeerd dat enquêtes niet zoveel zeggen.

Toch wordt het argument “de vaccins zijn te snel ontwikkeld en goedgekeurd” vaak opgegooid in discussies over de inentingen. We vroegen daarom Marjolein van Egmond, hoogleraar immunologie aan het Amsterdam UMC, hoe dit kan. “Ik denk dat er in het begin van het jaar geprobeerd is de verwachtingen te temperen door te zeggen dat het normaal gesproken veel langer duurt. Daar hebben we nu last van, omdat mensen het niet vertrouwen.”

Lees ook:

Geld geen probleem

Volgens de immunoloog hebben drie factoren bijgedragen aan de snelle ontwikkeling: prioriteit, geld en een beetje mazzel. Voor de coronapandemie waren de meeste besmettelijke ziektes geen groot probleem voor rijke, westerse landen en dus was – hoe cru dat ook klinkt – de prioriteit ook niet echt hoog . “Nu is het ook ons probleem en werd het opeens een topprioriteit. Veel onderzoekers hebben daarom alles uit handen laten vallen en is aan een vaccin voor SARS-CoV-2 gaan werken.”

Daarbij vormde geld geen obstakel. Normaliter moeten bedrijven heel goed nadenken over hun financiering, omdat elke stap – van de preklinische studies via dierproeven tot aan de eerste tests op mensen – erg veel geld kost. “Dan moet je als farmaceut wel zeker zijn dat iets werkt voordat je de volgende fase voorbereidt en investeerders gaat zoeken.”

De preklinische en klinische fases die kandidaatvaccins moeten doorstaan.
Bronnen: The Guardian, GSK

Nu hebben regeringen de vaccins al gekocht voordat die überhaupt waren ontwikkeld. “Dus de volgende fases van de ontwikkeling konden al van start, terwijl de uitkomsten van de eerdere fasen nog niet vast stonden. Er zijn zelfs fabrieken neergezet om alvast vaccins te produceren voordat bekend was of ze überhaupt werken.” Bill Gates liet bijvoorbeeld zeven fabrieken bouwen, terwijl hij wist dat er maar twee daadwerkelijk zouden gaan draaien. Zo hoopte hij dat de vaccins sneller beschikbaar zouden komen.

Topprioriteit

Zoals je in het artikel ‘Vijf vragen over het Moderna- en Pfizer-vaccin’ kon lezen, bestaat de klinische test van vaccinonderzoek uit drie fasen (zie ook Tabel 1). In fase 3 wordt het vaccin aan duizenden mensen gegeven om de veiligheid en effectiviteit ervan te bevestigen. “Je weet alleen maar of de vaccinaties gewerkt hebben als mensen zijn blootgesteld aan de ziekte”, legt Van Egmond uit. “Dit was bijvoorbeeld een probleem bij de ebola-epidemie, die al grotendeels voorbij was toen de vaccinaties begonnen.”

Het kan dus voor wetenschappers een uitdaging zijn om genoeg mensen te vinden voor die derde en laatste fase, maar dat was bij het coronavaccin niet het geval. De pandemie raast de hele wereld over, waardoor onderzoekers genoeg deelnemers konden vinden. “En aangezien veel van die deelnemers zijn blootgesteld aan het virus, was ook snel duidelijk dat het vaccin werkt.”

Vervolgens moeten alle stappen worden beoordeeld door ethische commissies en op het laatst door de autoriteiten: de EMA in Europa en de FDA in de VS. Dit zijn normaal gesproken langdurige procedures, maar nu zijn alle andere dossiers aan de kant geschoven. “Zodra er iets over COVID-19 binnen kwam, werd dat als eerste beoordeeld. Dit heeft heel veel tijd bespaard”, zegt van Egmond. Ook zijn er extra mensen op de vaccindossiers gezet, zodat de beoordeling sneller kon.

Vliegende start

Tot slot hebben we ook een beetje geluk gehad dat het om SARS-CoV-2 gaat, want dit virus lijkt erg op de eerdere virussen SARS (2003) en MERS (2012). Tijdens die epidemieën is al heel veel kennis opgedaan, zodat er een vliegende start gemaakt kon worden. Zo wisten wetenschappers al snel dat ze zich voor de ontwikkeling van een coronavaccin moesten richten op het zogeheten spike-eiwit dat aan menselijke cellen hecht en ze infecteert.

Bovendien deelden onderzoekers uit China begin dit jaar al de genetische code van dit virus, waardoor wetenschappers over de hele wereld in het lab aan de slag konden met het ontwikkelen van een vaccin. “Daarnaast is dit virus relatief eenvoudig”, zegt van Egmond. “Het muteert weliswaar – zoals alle virussen dat doen –  maar lang niet zo snel als bijvoorbeeld het griepvirus of HIV.”

Kortom, alle stappen die nodig waren, zijn erg efficiënt uitgevoerd. Van Egmond: “Heel belangrijk is dat er absoluut geen enkele stap is overgeslagen of dingen door de vingers zijn gezien. Als je er maar genoeg geld en mankracht in pompt (en een beetje mazzel hebt), is er in korte tijd heel veel mogelijk. “

Bronnen: Marjolein van Egmond (Nederlandse Vereniging van Immunologie), ModernaPfizer, NRC

Beeld: 123RF

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK! 



De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."








Meer Nieuws