Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Wat het geheim is voor een gelijkwaardige rolverdeling onder de seksen? Volgens een nieuw onderzoek is dat het hormoon oxytocine, ook wel het knuffelhormoon genoemd.
Echte maki’s, ook wel bruine lemuren genoemd, zijn primaten die alleen voorkomen op het eiland Madagaskar. Binnen dit geslacht is het heel gebruikelijk dat de vrouwtjes – en dus niet de mannetjes – de dienst uitmaken. Zo’n matriarchale samenleving is vrij zeldzaam onder primaten.
Toch wordt niet iedere maki-samenleving gekenmerkt door vrouwelijke overheersing. De soorten die recenter zijn geëvolueerd, gaan gelijkwaardiger met elkaar om. Biologen van Duke University in de Verenigde Staten hebben onderzocht wat dat verschil kan verklaren. En het lijkt erop dat het knuffelhormoon oxytocine een rol speelt.
Bazig gedrag
Bij de blauwoogmaki (Eulemur flavifrons) bepalen de vrouwtjes wat er gebeurt. Ze krijgen de beste slaapplekken en staan vooraan als er wordt gegeten. Ze deinzen er ook niet voor terug om te bijten en te slaan als ze hun zin niet krijgen. Volgens evolutionair antropoloog Christine Drea van Duke University doen ze dit puur en alleen om te laten zien wie er de baas is; niet om zichzelf of hun baby’s te verdedigen.
Bij de roodkraagmaki (Eulemur collaris) daarentegen gaat het er een stuk vredelievender aan toe. Daar staan de vrouwtjes en mannetjes veel meer op gelijke voet met elkaar. Om erachter te komen hoe het kan dat verschillende soorten binnen hetzelfde geslacht zo’n andere samenlevingsstructuur hebben, keken de onderzoekers naar de hersenen van zeven nauw verwante maki-soorten.
Vertrouwen en verbinding
Deze maki-hersenen waren afkomstig van dieren die enige tijd geleden onder natuurlijke omstandigheden waren overleden. De weefsels lagen bevroren opgeslagen in het Duke Lemur Center, waar veel onderzoek naar maki’s plaatsvindt.
De onderzoekers zagen dat er in de hersenen van de gelijkwaardigere maki-soorten meer oxytocinereceptoren te vinden waren. Receptoren zijn eiwitten waar een specifiek molecuul aan kan hechten. In het brein van ‘gelijkwaardige maki’s’ had het knuffelhormoon dus meer mogelijkheden om zich te binden. Dit hormoon stimuleert gevoelens van vertrouwen, verbinding en veiligheid. Bij mensen komt het bijvoorbeeld vrij na een uitgebreide knuffelsessie.
Het grootste verschil in receptoren tussen de maki-soorten was te zien in de amygdala. Dit deel van de hersenen is belangrijk voor het ervaren en verwerken van emoties als angst en woede. Opvallend genoeg was dit hersenpatroon zowel in de vrouwtjes als de mannetjes zichtbaar. Volgens Drea laat dit zien dat de maki’s hun gelijkwaardige relaties bereikten doordat de groep als geheel minder agressief gedrag vertoonde – niet alleen de mannetjes of de vrouwtjes.
Bronnen: Biology Letters, Duke University via EurekAlert!
Beeld: David Haring