Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Twee gigantische ravijnen op de maan zijn binnen 10 minuten uitgesleten door treintjes van inslaande stenen.
Ongeveer 3,8 miljard jaar geleden knalde er een groot object met volle kracht tegen de zuidpool van de maan. Dat liet een flinke krater met een doorsnede van 312 kilometer achter. Deze zogenoemde Schrödinger-krater is omringd door kloven en ravijnen, die zijn uitgesleten door rotsachtig puin dat tijdens de inslag werd weggesmeten. Twee van die ravijnen, die ongeveer even groot zijn als de Grand Canyon in Noord-Amerika, werden in slechts 10 minuten gevormd. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in het tijdschrift Nature Communications.
Lees ook:
- NASA stelt maanlanding opnieuw uit – deze keer naar 2027
- ‘Grootte bepaalt niet hoe dodelijk meteorietinslag is’
460.000 kilometer per uur
Het gaat om Vallis Schrödinger, die 270 kilometer lang en 2,7 kilometer diep is, en Vallis Planck, die 280 kilometer lang en 3,5 kilometer diep is. Dat deze zo snel zijn gevormd, ontdekten de onderzoekers door foto’s van het maanoppervlak rond de Schrödinger-krater te analyseren. Aan de hand van de vorm en positie van de ravijnen konden ze berekenen in welke richting en met welke snelheid het weggeslingerde materiaal dat de ravijnen uitsleet bewoog.
Dat bleek dus razend snel te zijn. Volgens hun berekeningen vloog het tussen de 342.000 en 460.800 kilometer per uur. Veel van het materiaal vloog in een soort treintjes van puin in een rechte lijn weg van de impact. De rotsblokken daarin stortten vlak achter elkaar neer en vormden kraters, die samen lange en diepe ravijnen vormden.
De onderzoekers berekenden dat de energie die nodig was om Vallis Schrödinger en Vallis Planck te creëren meer dan 130 keer zo groot was als alle kernwapens die wereldwijd bestaan.

Maanlanding
De twee ‘Grand Canyons van de maan’ beginnen pas op enige afstand van de impactkrater. Als je de lijnen denkbeeldig doortrekt richting de krater, ontmoeten ze elkaar niet in het midden daarvan, maar veel zuidelijker en een beetje naar het oosten. Dat is volgens de onderzoekers waarschijnlijk de plek waar het botsende object als eerste contact maakte met de maan.

Dat betekent dat het ruimteobject niet loodrecht op het maanoppervlak viel, maar onder een hoek kwam aanvliegen. Veel van het materiaal dat door de impact werd weggesmeten, vloog daardoor dezelfde kant op – in de richting die het inslaande ruimteobject had. In dit geval richting het noorden, dus weg van de zuidpool.
En dat is nuttige kennis. Binnenkort stuurt de NASA als onderdeel van het Artemis-programma astronauten naar precies deze regio van de maan. Het is handig om te weten welk materiaal over het maanlandschap is verspreid, bijvoorbeeld om een goede landingsplaats uit te zoeken of om de beoogde monsters van maanmateriaal te verzamelen.
Bronnen: Nature Communications, Nature persbericht