Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Pas voor de derde keer ooit hebben astronomen een indringer in ons zonnestelsel ontdekt: een 20 kilometer groot object dat uit een ander planetenstelsel komt.
Soms maken ruimteobjecten door de zwaartekracht van andere hemellichamen een slingerbeweging die ze genoeg snelheid geeft om aan de zwaartekracht van hun ster te ontsnappen. Ze verlaten dan hun planetenstelsel en razen eenzaam door de interstellaire ruimte. Astronomen hebben nu zo’n object ontdekt dat tijdelijk dwars door ons zonnestelsel sjeest. Het is pas de derde keer dat ze zo’n indringer zien.
Lees ook:
- Asteroïde 2024 YR4 zou de maan kunnen raken – iets wat astronomen graag zien
- Dit interstellaire ruimteobject heeft een unieke vorm
Gevaar?
In 2017 zagen astronomen voor het eerst een interstellair object in ons zonnestelsel. De rare, 400 meter langgerekte klomp steen kreeg toen de Hawaïaanse naam Oumuamua. Een tweede object, de interstellaire komeet Borisov, werd gespot in 2019. Sterrenkundigen gingen ervan uit dat we dankzij steeds krachtigere telescopen meer van dit soort objecten zouden spotten.

Toch bleef het na Borisov lange tijd stil. Nu, zes jaar later, hebben de automatische camera’s van het ATLAS-observatorium in Chili nummer drie ontdekt. ATLAS is ontwikkeld als waarschuwingssysteem dat kleine objecten kan detecteren die mogelijk de aarde kunnen raken. Maar geen paniek: 3I/ATLAS, zoals het derde interstellaire object is genoemd, vormt geen gevaar voor onze planeet.
Door te kijken naar de hoeveelheid licht die 3I/ATLAS weerkaatst, schatten astronomen dat het object vrij groot is, waarschijnlijk zo’n 20 kilometer breed. Momenteel raast het met 66 kilometer per seconde door ons zonnestelsel, maar het zal nog gaan versnellen door de zwaartekracht van de zon. Eind oktober bereikt de interstellaire indringer de kleinste afstand tot de zon, net buiten de baan van Mars.
Maar kort te bestuderen
Begin volgend jaar verlaat 3I/ATLAS ons zonnestelsel weer. Astronomen hebben daardoor maar weinig tijd om het object te bestuderen. Jammer, want ze kunnen er veel van leren. Bijvoorbeeld over de omstandigheden in een ander planetenstelsel in de Melkweg, waar het waarschijnlijk is uitgeslingerd.
Het liefst bekijken ze de indringer van dichtbij, maar een missie optuigen is een verloren zaak. Tegen de tijd dat we een telescoop de ruimte in kunnen sturen, is het object alweer verdwenen. Maar dat kan binnenkort veranderen. De Europese ruimtevaartorganisatie is van plan om in 2029 de Comet Interceptor de ruimte in te sturen. Dit ruimtevaartuig zal ergens in het zonnestelsel geparkeerd staan om meteen in actie te komen om nieuw ontdekte kometen of interstellair objecten te observeren. Voor nu gebruiken astronomen bestaande telescopen om zo veel mogelijk te leren over 3I/ATLAS.
Interstellaire objecten geven maar een heel zwak licht af en zijn daardoor alleen te zien als ze zich in ons zonnestelsel bevinden. Maar zelfs dan is het voor veel telescopen moeilijk om ze te detecteren. Toch zullen er de komende jaren veel bijkomen. Het Vera C. Rubin-observatorium – dat vorige week haar eerste testbeelden vrijgaf – zal er naar schatting zo’n twintig ontdekken, dat schrijven onderzoekers op de website van de nieuwe telescoop.
Bronnen: Minor Planet Center, New Scientist, De Volkskrant