Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Om je werkweek goed te starten, elke maandag een tof wetenschappelijk of technisch beeld op onze site. Deze keer: de stinkvogel.
Iemand die net een broodje shoarma met knoflooksaus heeft gegeten, stinkt uit zijn mond, maar zal waarschijnlijk nog steeds niet zo erg stinken als een hoatzin. Deze vogel, ter grootte van een fazant, meurt namelijk naar mest. Het arme dier heeft daarom de bijnaam stinkvogel gekregen.
Hoatzins leven in (mangrove)bomen langs rivieren en moerassen in Zuid-Amerika. Daar eten ze voornamelijk bladeren die erg moeilijk te verteren zijn. Daarom hebben ze een spijsverteringssysteem dat wel wat wegheeft van koeien en andere herkauwers.

Voordat de bladeren in de maag terecht komen, belanden ze in de krop, een soort tijdelijk opslagzakje in de slokdarm. Specialistische bacteriën breken daar de cellulose in de bladeren af, waarna het voedsel door kan naar de maag voor de normale vertering. Handig, maar deze bacteriën produceren wel veel stinkende gassen, zoals methaan, die via boertjes naar buiten komen.
De krop is overigens dusdanig groot dat er minder ruimte is voor vliegspieren, waardoor hoatzins matige vliegers zijn.
Lees ook:
- Picture Perfect: piraat en blaaskaak
- Bijzonder: opvallend veel Australische vogels zijn van geslacht veranderd
Dinoklauwen

Jonge hoatzins hebben een erg bijzondere eigenschap: ze hebben klauwen aan hun vleugels. Volwassen hoatzins en zo’n 99,99 procent van alle andere moderne vogels hebben geen vleugelklauwen. Maar dinosauriërs, waar de vogels van afstammen, hadden die wel.
Uit DNA-onderzoek blijkt dat alle vogels nog steeds de ‘dinogenen’ bevatten om vleugelklauwen te maken, maar dat deze ‘uitstaan’. Bij jonge hoatzins zijn die in de loop van de evolutie opnieuw actief geworden. Waarom?
Hoatzins broeden vaak in mangrovebomen. Soms kruipt er een slang naar het nest met kuikens erin. Jonge hoatzins kunnen nog niet wegvliegen en gebruiken een andere ontsnappingsstrategie: ze springen uit het nest en laten zich in het water vallen. Als de slang weer weg is, klimmen ze met hun klauwtjes de mangroveboom in en keren ze terug naar hun nest. Volwassen hoatzins kunnen wel vliegen (zij het niet geweldig) en hebben geen klauwen meer.
Bronnen: LiveScience, KIJK 9-2025
Openingsbeeld: Charles J. Sharp/CC BY-SA 4.0