Gehuld in berenvellen en gewapend met speren joeg de oermens op prehistorisch wild. En kijk: mammoeten zie je nergens meer. Al bijna zestig jaar heerst het idee dat de vroege mens talloze diersoorten deed uitsterven. Toch is dat niet zo klip-en-klaar als het lijkt.
Wie in eigen tuin een gat graaft, vindt niet zo gauw een mammoetbot. Laat staan twee. Of, zoals in 1965 een Oekraïense boer in het plaatsje Mezjyritsj overkwam: 149 mammoetbotten. Die lagen netjes geordend bij elkaar en vormden vroeger samen een hut, met de slagtanden als duidelijke voordeur van de woning.
Een stoerdere manier om je gedode mammoet onder de aandacht te brengen, zal er zo’n 15.000 jaar geleden niet zijn geweest. Alleen, hadden deze vroege jagers wel écht de mammoet zelf de dood in gejaagd? Dat idee leek ooit heel plausibel. De wetenschapper Paul Martin had er in 1966 een speciale theorie over: prehistoric overkill.
Het reuzenhert? Verdwenen. De sabeltandtijger? Ook foetsie. En de mammoet, die dus ook. Op elk continent waar de eerste mensen arriveerden, stelde Martin, stierven grote zoogdieren snel uit. Hij, en veel biologen na hem, konden er grafiekjes van tekenen: de mensen kwamen, de dieren stierven uit. Dat móét wel die nietsontziende jacht zijn geweest.
Klimaatverandering
Toch kibbelen wetenschappers nog steeds over hoe bloeddorstig de oermens moet zijn geweest. Want hoewel mensen zeker bepaalde diersoorten over de rand van de afgrond hebben geduwd, komt het onderzoek gek genoeg niet tot één sluitende conclusie en is het maar de vraag of mensen wel alles in het zicht wisten te doden.
En er speelt domweg iets onhandigs in de geschiedenis: nét toen de mens Afrika verliet en andere gebieden koloniseerde, eindigde een reeks ijstijden en warmde de wereld op. Zie dan maar eens aan te wijzen wie de hoofdschuldige voor de uitsterfgolf was: het klimaat of de mens.
Dit is het begin van het artikel over de vroege mens als oerkiller. Het hele verhaal lees je in KIJK 5-2025. Bestel deze editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Ronald Veldhuizen
Beeld: Mikroman6/Getty Images