Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Snelrennende landkrokodillen stierven miljoenen jaren later uit dan gedacht en vonden hun laatste toevlucht op eilanden in het Caribisch gebied.
Toen de dinosauriërs 66 miljoen jaar geleden uitstierven, namen andere dieren hun plek in als toproofdier. In Zuid-Amerika waren dat onder andere op het land levende krokodilachtigen – verre neven van de hedendaagse krokodillen en alligators.
Deze leden van de Sebecidae-familie domineerden miljoenen jaren lang het continent, totdat ze 11 miljoen jaar geleden uitstierven. Tenminste, dat is wat paleontologen dachten. Maar vreemde fossielen van tanden laten zien dat sommige soorten pas veel later uitstierven en dat ze zich tijdens hun laatste dagen ergens anders vertoefden.
Lees ook:
- Schedel van gigantisch zeemonster breekt wereldrecord
- Schedel van 30 miljoen jaar oud toproofdier ontdekt in Egypte
Dinosauriërs van hun tijd
Waar moderne krokodillen vooral vanuit een hinderlaag jagen, gedroegen de tot wel 6 meter lange ‘landkrokodillen’ zich waarschijnlijk meer als vleesetende dinosauriërs. Ze hadden bijvoorbeeld lange poten waarmee ze achter hun prooien aan renden. Hun tanden waren lang en dun en hadden scherpe kartels langs de randen om efficiënt door vlees te snijden, een eigenschap die ook vaak voorkwam bij vleesetende dinosauriërs. Daarnaast hadden ze een beschermend pantser van benige platen in hun huid.
Vreemde tanden
Zo’n dertig jaar geleden vonden onderzoekers twee grofweg 18 miljoen jaar oude tanden in Cuba. De vorm van de tanden wees er duidelijk op dat ze van een toproofdier waren. Vreemd, want wetenschappers gingen er eigenlijk van uit dat zulke grote landroofdieren nooit bestaan hadden in het Caribisch gebied. Een paar jaar later dook er een vergelijkbare tand van 29 miljoen jaar oud op in Puerto Rico. De tanden waren niet voldoende om vast te stellen om welke diersoort het ging. Het mysterie bleef onopgelost.
Maar daar is nu verandering in gekomen. In 2023 vonden onderzoekers in de Dominicaanse Republiek nog een gefossiliseerde tand – deze keer vergezeld door twee wervels. Hiermee konden ze vaststellen dat de resten van een landkrokodil waren. Dat melden ze nu in het tijdschrift Proceedings of the Royal Society B.
Het fossiel is zo’n vijf miljoen jaar oud, wat betekent dat sommige leden van de Sebecidae-familie dus veel later zijn uitgestorven dan gedacht. En als de andere tanden die gevonden zijn in de regio ook van landkrokodillen zijn, zoals de onderzoekers vermoeden, toont dat aan dat ze mogelijk wijdverspreid waren over de regio.
Hoe kwamen ze op de eilanden?
Maar hoe konden die op het land levende krokodilachtigen uit Zuid-Amerika naar de eilanden in het Caribisch gebied komen, daar ligt immers een groot stuk zee tussen? Volgens de onderzoekers is deze vondst een nieuw bewijs voor de GAARlandia-hypothese. Die stelt dat er 32-35 miljoen jaar geleden een tijdelijke landbrug of een reeks eilanden bestond die landdieren in staat stelde om van Zuid-Amerika naar het Caribisch gebied te verhuizen. Daar zouden de landkrokodillen dankbaar gebruik van hebben gemaakt, wat ervoor heeft gezorgd dat ze hun ondergang met miljoenen jaren hebben kunnen uitstellen.
Bronnen: Proceedings of the Royal Society B, Florida Museum of Natural History, Reuters