Is ons universum stiekem één groot computerspel?

KIJK-redactie

27 januari 2021 09:00

matrix

De kans dat onze wereld echt bestaat, is nét iets groter dan de kans dat we in een simulatie leven, zegt een astronoom uit de VS.

Eind dit jaar hoort het te verschijnen (maar pin ons er niet op vast in deze onzekere tijden): het vierde deel van The Matrix. Blijkbaar spreekt deze sciencefictionfilmreeks, ruim twintig jaar na deel één, nog voldoende tot de verbeelding om Keanu Reeves zijn lange, zwarte jas opnieuw aan te laten trekken. Niet zo gek ook, want het idee achter deze films (en games, en strips) stemt zeker tot nadenken: wat als de wereld om ons heen niet echt is, maar een supergeavanceerde simulatie?

Volgens sommige wetenschappers is dat niet zomaar een bizar wat-als-scenario. In 2003 schreef de filosoof Nick Bostrom van de Universiteit van Oxford een artikel waarin hij de mogelijkheid heel serieus neemt dat ons heelal niet meer is dan een uit de hand gelopen game van een beschaving die ver voorligt op de onze. En nu heeft de astronoom David Kipping van de Columbia-universiteit in New York met statistiek een poging gedaan om de vraag te beantwoorden hoe groot de kans is dat we allemaal virtuele mensjes zijn in een of andere megacomputer.

Lees ook:

Kelderende kans

Nu is Kipping niet de eerste die het aandurft om een getalletje te plakken op de kans dat Bostroms scenario klopt. In 2016 zei tech-ondernemer Elon Musk al dat de kans dat onze werkelijkheid de echte is “één op een miljard is”. Hoewel dat getal uit de lucht gegrepen zal zijn, klopt het dat het om een minuscule kans gaat. Tenminste, áls geavanceerde beschavingen inderdaad in staat blijken heelallen zoals het onze te simuleren, en daar ook zin in hebben. Zo ja, dan zijn er misschien wel net zoveel ‘heelalsimulaties’ als er op aarde potjes The Sims worden gespeeld – en dan is de kans dat ons heelal er daar eentje van is heel groot.

Maar het kan ook zo zijn, redeneerde Bostrom al in zijn artikel, dat beschavingen in de regel instorten, lang voordat ze in staat zijn om zulke simulaties te draaien. Of dat een beschaving die dat punt wél bereikt heel andere interesses of prioriteiten heeft. In dat geval keldert de kans dat wij in een simulatie leven naar bijna nul.

Kipping pakt het in zijn nieuwe berekening iets anders aan. Hij maakt gebruik van zogenoemde bayesiaanse statistiek. Dat is een vorm van kansrekening waarin je meeneemt hoeveel informatie je op een bepaald moment hebt over de kwestie die je probeert door te rekenen. Wat volgt, is pagina’s aan overwegingen en berekeningen – die uiteindelijk leiden tot een bijna teleurstellend simpele uitkomst: de kans dat onze wereld echt is, is nét ietsje groter dan de kans dat we in een simulatie leven. Tenminste, totdat wij, ergens in de toekomst, wel in staat blijken zelf een heelal te simuleren, inclusief bewoners. “Op de dag dat we die technologie onder de knie krijgen, verandert de kans dat we in de echte werkelijkheid leven van iets beter dan fiftyfifty naar bijna nul”, licht Kipping toe in het tijdschrift Scientific American.

nVolgens de Amerikaanse astronoom David Kipping is de kans dat we in een simulatie leven nét iets kleiner dan de kans dat onze wereld echt is. © KRIS SNIBBE/HARVARD UNIVERSITY

Foutjes in de matrix

Wiskundig psycholoog Eric-Jan Wagenmakers (Universiteit van Amsterdam) is echter niet overtuigd van Kippings verhaal. Hij maakt bezwaar tegen het feit dat Kipping de kans dat we in een gesimuleerde werkelijkheid leven aanvankelijk op 50 procent zet. De Amerikaanse sterrenkundige beroept zich daarbij op het ‘principe van onverschilligheid’. Dat wil zeggen: bij gebrek aan informatie die anders doet vermoeden, ken je aan alle mogelijkheden een gelijke kans toe. “Maar het idee dat we in een gesimuleerde werkelijkheid leven, lijkt mij aanzienlijk gecompliceerder dan het idee dat dit de echte werkelijkheid is”, zegt Wagenmakers. Hij zou daarom in eerste instantie een heel kleine kans toekennen aan het simulatiescenario – en die zou ook klein blíjven, want er zijn op dit moment geen data die erop wijzen dat onze werkelijkheid níét echt is.

Naar dat soort data wordt overigens wel door een aantal avontuurlijk ingestelde wetenschappers gezocht. Misschien blijkt onze werkelijkheid, als je hem maar nauwgezet genoeg onderzoekt, mankementen te vertonen die erop wijzen dat de computer waar ons heelal op draait ook weer niet álles tot in het kleinste detail kan simuleren.

Volgende vraag is dan wat onze ‘simuleerders’ doen als we zulke glitches in the Matrix vinden. Kijken ze geïntrigeerd toe hoe wij langzaam ontdekken dat we alleen maar in een computer bestaan? Of drukken ze simpelweg op de resetknop?

Deze Far Out staat ook in KIJK 2/2021.

Tekst: Jean-Paul Keulen

Bronnen: Scientific American, Universe (pdf)

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK! 



De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."








Meer Artikelen