De Vesuvius braakte dood en ellende: een reconstructie van de grote uitbarsting

Marysa van den Berg

07 augustus 2025 14:08

Schilderij van grote uitbarsting Vesuvius

Bijna tweeduizend jaar geleden was er een immense uitbarsting van de Italiaanse vulkaan Vesuvius. Daarbij vielen zeker 20.000 doden, deels door een regen van as en brokstukken en deels door levensgevaarlijke ‘gloedwolken’. Nog steeds stuiten wetenschappers op nieuwe aanwijzingen over het verloop van deze klassieke catastrofe.

24 augustus van het jaar 79. Een doodnormale zomerdag op de Vesuvius. In het pittoreske Romeinse stadje Pompeï stallen bakkers hun broden uit op de markt en leiden priesteressen een mis op het altaar voor de tempel van Apollo. In het amfitheater vechten gladiatoren tijdens de zoveelste spelen, de badhuizen zitten stampvol rijke Romeinen. Niks aan de hand – totdat de grond weer eens trilt. Mensen kijken even op, maar ach, aardbevingen zijn in de vulkaanrijke regio Campanië niet ongewoon, dus iedereen gaat weer over tot de orde van de dag, onwetend van de rampspoed die hen nog dat etmaal zal treffen.

De grote uitbarsting van de Vesuvius, waarbij de stadjes Pompeï en het nabijgelegen Herculaneum onder een laag as en lava bedekt werden, spreekt nog steeds tot de verbeelding. Het geweld waarmee de vulkaan de vallei in Campanië overrompelde, is tot op de dag van vandaag voer voor schrijvers en filmregisseurs. Het drama intrigeert ook wetenschappers; geologen en anderen doen nog steeds onderzoek naar de grote klap. Wat zijn we de afgelopen jaren te weten gekomen over deze beruchte eruptie?

Lees ook:

Krachtige voorschokken

De Romeinen zagen de Vesuvius vooral als een mooie berg aan de vruchtbare westkust, ten zuidoosten van het huidige Napels. Ze realiseerden zich niet dat de 1281 meter hoge en 8 kilometer brede vulkaan zou kunnen uitbarsten. De Romeinen herkenden dan ook geen enkel voorteken, zoals blijkt uit een ooggetuigenverslag van Plinius de Jongere, die zeventien was ten tijde van de ramp. Vijfentwintig jaar later schreef hij aan zijn vriend, de historicus Tacitus: “Al een paar dagen waren er aardbevingen. Deze waren niet zorgwekkend, want ze kwamen vaak voor in Campanië. Maar die nacht waren de schokken zo krachtig dat het voelde alsof de aarde niet alleen beefde, maar binnenstebuiten werd gekeerd.”

Van aardbevingen op zich keken de Romeinen niet op. Een paar jaar eerder, in het jaar 62, werd Pompeï nog getroffen door een grote aardbeving. “Daarbij waren meerdere gebouwen in Pompeï ingestort”, zegt forensisch antropoloog en Vesuvius-deskundige Pier Paolo Petrone, verbonden aan het Federico II Universiteitsziekenhuis in Napels. “De herstelwerkzaamheden waren op de dag van de uitbarsting van 79 nog niet eens klaar. Ook vielen er in de aanloop naar de eruptie op geheimzinnige wijze diverse waterbronnen droog. In de huidige tijd is dat meteen reden om tot de hoogste paraatheid over te gaan, maar de Romeinen hadden geen idee wat een uitbarsting was. Dus namen ze geen voorzorgsmaatregelen.”

Pompeï nu
Pompeï als monumentale toeristische trekpleister, met de Vesuvius op de achtergrond. Nu is het er vredig, maar in het jaar 79 veranderde de vulkaan de stad in een hete hel voor de inwoners. Beeld: iStock/Getty Images.

Golven des doods

Op die gewraakte dag in 79 spoot er rond het middaguur ineens een gigantische pluim van as, puimsteen en gloeiend hete rotsmassa omhoog uit de krater van de Vesuvius – een angstaanjagende superwolk, die uiteindelijk een hoogte van wel 33 kilometer bereikte. In zijn brieven vergeleek Plinius de Jongere het gevaarte met een pijnboom: “Hoog oprijzend verspreidde hij zich als takken in de breedte. De kolom was soms wit, soms vuil, naar gelang of hij as of aarde meevoerde.”

Doordat er ten tijde van de ramp een noordwestenwind stond, verspreidde de aswolk zich in zuidoostelijke richting, waar Herculaneum en Pompeï lagen. “Daar, in Pompeï, sloeg de as neer en vormde samen met de soms wel decimeters grote puimstenen een ondoordringbare laag van zo’n 2 tot 3 meter dik”, vertelt geoloog Bernd Andeweg van de Vrije Universiteit Amsterdam. “In Herculaneum, dat meer westelijk van de Vesuvius lag, kwam toen nog geen as neer.”

Kaart met getroffen gebied van de uitbarsting van de Vesuvius
De uitbarsting van de Vesuvius had gevolgen voor de hele vallei van het gebied Campanië. De zwarte vlek laat zien tot waar de as en het puin neerviel. In de steden Pompeï en Herculaneum kwam de grootste hoeveelheid terecht. Beeld: Mapmaster/CC BY-SA 3.0.

In deze eerste fase van de eruptie, die zo’n achttien uur duurde, vluchtten veel inwoners van Pompeï naar de nabijgelegen dorpen. Maar in de loop van de nacht begon de aarde opnieuw te beven, veel krachtiger dan overdag. Daarop pakten ook de meeste inwoners van die dorpen rondom de Vesuvius hun biezen en verlieten huis en haard, zonder enig benul van wat de vulkaan nog in petto had. De circa driehonderd achtergebleven bewoners van Herculaneum en de tweeduizend achterblijvers in Pompeï verscholen zich in villa’s, badhuizen en theaters. Zij zouden het drama dat volgde niet kunnen navertellen.

Die nachtelijke aardbevingen betekenden het begin van de meest catastrofale fase van de vulkaanuitbarsting. “De askolom bleef maar stijgen en koelde ondertussen steeds verder af”, vertelt Andeweg. “Op een gegeven moment nam de snelheid van de uitspuwing af, maar werd de wolk zo zwaar dat hij door de zwaartekracht ineenstortte en naar beneden raasde in de vorm van zogenoemde pyroclastische stromen oftewel gloedwolken.” Zo’n gloedwolk bestaat uit een extreem hete massa van vulkanische as, gesteente en gas en kan met een snelheid van 700 kilometer per uur omlaag denderen. In totaal produceerde de Vesuvius zes van deze ‘golven des doods’.

Herculaneum, op 6 kilometer van de Vesuvius, kreeg ze allemaal over zich heen. Pompeï, 10 kilometer van de Vesuvius, ontsnapte aan de eerste drie, waarvan de laatste net stopte bij de stadsmuren, maar niet aan de laatste drie. De allerlaatste en krachtigste gloedwolk rolde helemaal tot aan de rand van het nog verder weg gelegen Misenum.

Drie van de duizenden slachtoffers die de uitbarsting van de Vesuvius en de gloedwolken teweegbrachten
Drie van de duizenden slachtoffers die de uitbarsting van de Vesuvius en de gloedwolken teweegbrachten. Ze zijn voor eeuwig versteend in as en puin. Beeld: iStock/Getty Images.

Kokend bloed en exploderende schedels

In een gloedwolk van 300 tot 500 graden Celsius belanden is erger dan de ergste nachtmerrie, zo bleek uit een Italiaans onderzoek uit 2010, waaraan ook Petrone heeft meegewerkt. De huid verschroeit, barst open en verkoolt direct. Schuilen heeft geen zin – ook binnenshuis is verbranding onvermijdelijk. Stel dat je huid de hitte zou kunnen verdragen, dan zou je onmiddellijk stikken in de giftige gassen. Het lijkt erop dat de extreem hoge temperatuur alle spieren triggert om zich in één keer samen te trekken, waardoor een soort instant lijkstijfheid optreedt. Dat verklaart waarom een kleine driekwart van de Pompeïslachtoffers ineengedoken is gevonden.

In 2018 stuitten Petrone en zijn collega’s op nog een luguber detail over de dood van de Vesuvius-slachtoffers. Ze ontdekten merkwaardige roodzwarte vlekken op de skeletten van 103 mensen die in Herculaneum dekking hadden gezocht in een boothuis. Na analyse bleek dat die vlekken duiden op de aanwezigheid van ijzer. “Dat kun je zien als bloed kookt en verdampt”, legt Petrone uit. “En dat leidde weer tot het vermoeden dat razendsnelle verdamping van bloed en ander lichaamsvocht tot een verhoogde druk in het hoofd leidt. Met als mogelijk gevolg: exploderende hoofden.” Dat er ook schedels met breuken zijn gevonden, ondersteunt deze macabere theorie.

Tegen de avond van de tweede dag was eindelijk alles voorbij. Op wat gerommel van de aarde, onweer en modderstromen na kwam de vulkaan tot rust. Plinius de Jongere omschreef het in zijn brieven als volgt: “Eindelijk verdween de wolk als een soort opklarende mist. De zon verscheen zelfs weer, maar was bleekjes, als tijdens een zonsverduistering. Het landschap was veranderd en bedekt met een dikke deken van as, alsof het had gesneeuwd.”

gebarsten schedel van slachtoffer van de vesuvius
Onderzoekers vonden in Herculaneum roodzwarte vlekken op skeletten die duiden op de aanwezigheid van ijzer. Door de extreem hete gloedwolken ging het bloed van de slachtoffers koken en ontploften hun schedels. Beeld: PLOS ONE (2018).

Begraven onder steen

Keizer Titus verklaarde Pompeï en omstreken tot noodgebied en bood financiële hulp aan bij de wederopbouw. De gevluchte inwoners keerden in de maanden na de ramp terug om naar hun eigendommen te zoeken, sommige van hen bleven vervolgens in de ruïnes wonen die meer op een “favela” (sloppenwijk) dan een stad leken.

In Pompeï en Herculaneum versteenden de dikke lagen as in de loop der jaren tot tufsteen, een hard vulkanisch materiaal. De mensheid heeft aan de mega-eruptie twee prachtige archeologische vindplaatsen overgehouden, die blijvend herinneren aan de rampspoed die de Vesuvius naar de omliggende dorpen bracht. Sindsdien is de Vesuvius nog een paar keer uitgebarsten, onder meer tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar nooit is hij zo actief geworden als op 24 augustus 79.

Maar wat als de vulkaan het ineens weer op zijn heupen krijgt? “Dan hebben we een heel groot probleem, want inmiddels wonen er zeker 3 miljoen mensen binnen een straal van 20 kilometer rond de vulkaan”, zegt Petrone. “Gelukkig weten we nu heel wat meer dan de oude Romeinen”, vult Andeweg aan. “Je kunt voortekenen, zoals aardbevingen, meten. En mochten die samenvallen met plekken waarvan we met satellieten zien dat de vulkaan iets omhoogkomt, vanwege stijgende druk in de magmakamer, dan is het zaak om alarm te slaan. Met wat geluk kan dat al dagen of zelfs weken van tevoren.”

De Vesuvius nu
Vandaag de dag wonen er in een straal van 20 kilometer rond de Vesuvius meer dan 3 miljoen mensen. Mocht de vulkaan met dezelfde heftigheid als in het jaar 79 uitbarsten, dan zullen er (als er niet op tijd wordt geëvacueerd) opnieuw veel slachtoffers vallen. Beeld: iStock/Getty Images.

Verkeerd seizoen?

Het is trouwens wel de vraag of de datering van de rampzalige dag precies klopt. Was het toen wel zomer? Plinius de Jongere en enkele geschriften uit de middeleeuwen lijken naar augustus 79 te verwijzen, maar er zijn ook aanwijzingen dat de uitbarsting later in het jaar plaatsvond. Zo ontdekten Italiaanse archeologen in 2018 een duidelijke houtskoolkrabbel op de muur van een onlangs blootgelegd huis in Pompeï. In Romeinse graffiti staat er ‘17 oktober’. Als zo’n krabbel aan licht en lucht wordt blootgesteld, vervaagt hij snel. Wellicht is deze datumnotatie dus alleen bewaard gebleven doordat hij kort nadat hij was aangebracht onder een dikke laag as terechtkwam. In dat geval moet de uitbarsting van de Vesuvius in het najaar hebben plaatsgevonden.

Ook eerdere studies suggereren een kouder seizoen. Zowel de vondst van stoven met kooltjes als de dikke kleding van slachtoffers zouden kunnen wijzen op een lage temperatuur. Anderzijds is het mogelijk dat die stoven niet als kacheltjes maar als oventjes werden gebruikt. En het kan in de zomer ook weleens kil zijn.

Bovendien vond een ander Italiaans onderzoeksteam in 2019 op een vindplaats waar vissaus werd gemaakt wat botjes van de vissoort Spicara smaris. Die botjes vertoonden kenmerken die alleen in de heetste periode van het jaar bij deze vissen voorkomen, zoals het ontbreken van een speciaal laagje dat de dieren tegen de kou beschermt. Dus wanneer de grootste vulkaanramp van de afgelopen millennia zich nou precies voltrok – het laatste woord is hier nog niet over gezegd. Maar onderzoekers blijven in ieder geval bezig om de laatste steen boven tafel te krijgen.

Dit artikel stond ook in KIJK 9-2019.

Openingsbeeld: Pierre-Henri de Valenciennes (1750–1819)/Musée des Augustins

Cover_KIJK_9_2025_website

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK! 

PODCAST

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."