Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Er wordt druk aan de volgende generatie(s) plasticvreters gewerkt. Oftewel: bacteriën, schimmels en insecten die kunststof – en daarmee mogelijk ons plasticprobleem – kunnen opeten. Jo-Anne Verschoor, biotechnoloog en promovendus aan de Universiteit van Leiden, doet er ook onderzoek naar.

Waar ben je op het moment mee bezig?
“Ik ben bezig met mijn promotieonderzoek naar plastic-etende bacteriën en schimmels. Specifiek richt ik me op het ontwikkelen van een ‘celfabriek’. Dat kun je zien als een piepklein fabriekje in de vorm van een eencellig organisme, zoals een bacterie of schimmel, dat we genetisch aanpassen om specifieke taken uit te voeren. Door genetische modificatie geven we zo’n organisme een soort DNA-recept, dat instructies bevat voor het maken of juist afbreken van bepaalde chemische stoffen. In dit geval leren we de cellen hoe ze plastic kunnen omzetten in bruikbare grondstoffen, zoals de oorspronkelijke bouwstenen van plastic. Hierbij maken ze gebruik van de natuurlijke moleculaire machinerie van de cel, zoals enzymen en eiwitten. Dit klinkt misschien simpel, maar vergt heel veel onderzoek en trial and error. Celfabrieken worden tegenwoordig al gebruikt om duurzaam en relatief goedkoop belangrijke producten, zoals voedingsmiddelen en medicijnen, te maken.”
Lees ook:
- ‘Onze stofzuiger ruimt kleine plastic korrels op het strand op’
- Kunnen insecten mest maken door plastic te eten?
Hoe kunnen deze organismen ons uiteindelijk helpen met onze problemen?
“Microben zijn sowieso heel nuttige wezens, het is zonde dat wij mensen vaak focussen op het feit dat ze ons ziek maken. Microben ruimen al miljoenen jaren de natuur op. Ze zijn nuttig voor waterzuivering, maken nuttige stoffen (kleuren, geuren, medicijnen) en ruimen ook menselijk vuil, zoals olie en chemicaliën, op. Helaas zijn ze in de natuur nooit snel genoeg om grote milieurampen op te lossen. Maar we kunnen hun vaardigheden wel gebruiken om te leren en nieuwe milieuvriendelijke oplossingen te vinden, zeker voor de recycling van plastics. Daarbij geloof ik ook echt dat de biologie bestaande recycling-technieken kan aanvullen zodat we uiteindelijk tot een groenere methode kunnen komen.”
Wat zijn de vervolgstappen van je onderzoek?
“Mijn onderzoek helpt ons om onder andere te begrijpen welke enzymen nodig zijn voor plasticafbraak in een celfabriek. Die kennis is nodig om hun natuurlijke werking te optimaliseren en ze uiteindelijk op grotere schaal te kunnen toepassen. De volgende stap is het uitgebreid testen van deze enzymen onder uiteenlopende omstandigheden, zoals verschillende temperaturen en pH-waarden, omdat deze bepalen hoe bruikbaar ze zullen zijn in industriële bioreactoren. De enzymen voor dit onderzoek worden geproduceerd en getest in een bacterie die daar geschikt voor is: de flexibele Pseudomonas putida. Voor de toekomst is het belangrijk dat we zowel optimistisch als realistisch blijven. Het ontwikkelen van complete oplossingen duurt over het algemeen heel lang en vergt gewoon een heleboel onderzoek en werk. Ik vind het belangrijk én fijn om daaraan bij te kunnen dragen.”
Benieuwd hoe microben gebruikt kunnen worden om ons plasticprobleem op te lossen? In KIJK 6-2025 lees je daar alles over. Deze editie ligt vanaf 22 mei in de winkel.