Steeds meer onderzoekers waarschuwen voor de mogelijke gevaren van ultrabewerkt voedsel. Hoewel de gevolgen niet altijd direct zichtbaar zijn, zouden ze op de lange termijn onze gezondheid flink kunnen beïnvloeden.
Als je ’s ochtends de supermarkt binnenloopt, word je direct verleid door de onweerstaanbare geur van versgebakken broodjes. Maar wat schuilt er achter die heerlijke lucht? Neem een simpele croissant. Een blik op de ingrediëntenlijst onthult maar liefst negentien (ultra)bewerkte ingrediënten, van glucose-fructosestroop tot emulgatoren en aroma’s.
Volgens Foodwatch, een internationale consumentenorganisatie die zich inzet voor voedselveiligheid en transparantie, bestaat inmiddels 70 procent van het assortiment in Nederlandse supermarkten uit zulke ultrabewerkte voedingsmiddelen. Tijd dus om er dieper op in te gaan. Wat wordt er precies met ultrabewerkt voedsel bedoeld? En wat doet het in ons lichaam?
Lees ook:
Nauwelijks herkenbaar
Bewerkt voedsel, in welke vorm dan ook, bestaat al duizenden jaren. Voedsel werd bijvoorbeeld langer houdbaar gemaakt door het te koken, in te blikken, te fermenteren, in te vriezen of te drogen. Na de Tweede Wereldoorlog nam de productie van bewerkte voedingsmiddelen dankzij de vooruitgang in de technologie sterk toe en werd er steeds meer van verkocht, ten koste van minder bewerkt voedsel. Maar wat is dan eigenlijk het verschil tussen bewerkt en ultrabewerkt voedsel?
Ultrabewerkte voedingsmiddelen ondergaan complexe fabrieksproductie en bevatten vaak kunstmatige toevoegingen, zoals suiker, verzadigd vet en zout. Ze bieden weinig voedingswaarde en bevatten vaak weinig pure, natuurlijke producten. De ingrediënten zijn vaak zo bewerkt dat ze nauwelijks nog herkenbaar zijn in hun oorspronkelijke vorm. Dit geldt voor ‘normaal’ bewerkt voedsel in veel mindere mate.
Een voordeel van deze producten voor de consument is dat ze vaak nog langer houdbaar zijn dan bewerkt voedsel en dat ze gemakkelijk klaar te maken zijn. Maar ultrabewerkte voedingsmiddelen worden steeds vaker geassocieerd met gezondheidsschade, mede doordat ze een lagere voedingswaarde hebben en voedzame alternatieven zoals fruit, groenten en noten verdringen. Dat kan bij mensen leiden tot tekorten aan gezonde stoffen zoals polyfenolen (te vinden in groenten, fruit, thee en pure chocolade) en omega-3-vetzuren (aanwezig in vis, zeevruchten, walnoten, lijnzaad en bladgroenten). Die spelen dankzij hun ontstekingsremmende en beschermende eigenschappen een cruciale rol in het beschermen van het lichaam tegen chronische ziektes.
Dit is het begin van het artikel over ultrabewerkt voedsel in het zomernummer van KIJK. Bestel deze extra dikke editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Jeffrey Overvoorde
Beeld: Jacobs Stock Photography Ltd/Getty Images