Vijf jaar na de doorbraak van Ozempic staat de volgende generatie afslankmedicijnen klaar voor lancering. Wat kunnen we verwachten van AZD5004, CagriSema en andere ‘superprikken’?
Obesitas is wereldwijd uitgegroeid tot een van de grootste gezondheidsproblemen van deze tijd. Terwijl leefstijladviezen en dieetboeken elkaar opvolgen, blijft het aantal mensen met overgewicht gestaag stijgen. Volgens het CBS had in 2024 zo’n 16 procent van de volwassen Nederlanders obesitas, oftewel ernstig overgewicht. Dat is ruim drie keer zoveel als begin jaren tachtig, toen dat nog 5 procent was. De medische wereld zoekt dan ook naarstig naar een oplossing, en kwam vijf jaar geleden met een bron van hoop: Ozempic.
Wat begon als medicijn tegen diabetes groeide uit tot hét afslankmiddel van de eenentwintigste eeuw. Maar, zo wist men toen al: het was slechts een kwestie van tijd voordat fabrikanten met iets nieuws zouden komen. En dat moment is nu aangebroken. Farmaceutische reuzen als Novo Nordisk en Eli Lilly hopen in 2026 in Amerika goedkeuring te krijgen voor hun nieuwste afslankinjecties, die voor nog meer gewichtsafname zouden zorgen. En zo zijn er ook andere ‘slankmakende spuiten’ in de maak.
Lees ook:
Risico’s
De zoektocht naar effectieve afslankmiddelen is al decennialang aan de gang, en met wisselend succes. Aan het begin van de twintigste eeuw waren bijvoorbeeld capsules met ‘gezuiverde lintwormen’ een hit en in de jaren twintig promootte het sigarettenmerk Lucky Strike roken om slank te blijven.
Maar het eerste echte afslankmiddel was amfetamine. Dat werd oorspronkelijk ontwikkeld om slaperigheid, depressie en astma te behandelen, maar al snel viel op dat het middel ook de eetlust sterk onderdrukte. In de jaren vijftig en zestig werd amfetamine daarom veel voorgeschreven als eetlustremmer. Totdat de risico’s op verslaving, slaapproblemen en hartaandoeningen duidelijk werden.
Dit is het begin van het artikel over de volgende generatie afslankmedicijnen in KIJK 9-2025. Bestel deze editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Judith Neimeijer
Beeld: Iuliia Burmistrova/Getty Images