De luchtvaartindustrie is naarstig op zoek naar innovaties om zuiniger te kunnen vliegen. Daarbij wordt zelfs serieus gekeken naar het luchtschip: meerdere producenten ontwikkelen momenteel prototypes. Staat de vliegbranche aan de vooravond van een stille revolutie?
Het gouden tijdperk van het luchtschip, dat was de periode tussen beide wereldoorlogen. Luxe uitgevoerde zeppelins vlogen destijds in lijndienst tussen Europa en de Verenigde Staten. De opkomst van betrouwbare (en veel snellere) verkeersvliegtuigen maakte een einde aan deze hoogtijdagen. Het ongeluk met de LZ129 Hindenburg in 1937 droeg natuurlijk ook niet bij aan de beeldvorming. Dit Duitse luchtschip vatte vlam tijdens het aanmeren op luchthaven Lakehurst in de VS. Bij deze ramp, die op film werd vastgelegd, kwamen 35 passagiers om het leven.
Lees ook:
Veel voordelen
Na 1945 werden deze luchtvaartuigen voornamelijk nog als vliegend reclamebord gebruikt. Maar het luchtschip maakt misschien wel een comeback. Tenminste, als je de fabrikanten van een nieuwe generatie vaartuigen mag geloven. Hun ontwerpen zijn stiller dan moderne verkeers- en vrachtvliegtuigen en stoten veel minder koolstofdioxide uit. Het kost luchtschepen, in tegenstelling tot vliegtuigen, namelijk geen energie om in de lucht te blijven. Ze zijn immers gevuld met gas dat lichter is dan lucht.
Een ander voordeel: ze kunnen landen en opstijgen op plekken waar geen vliegtuig komt, of dat nou de Noordpool of in een rampgebied is. Luchtschepen lijken zo bezien wel de oplossing voor alle problemen in de luchtvaart. Waarom worden ze dan nog niet op veel grotere schaal ingezet?
Dit is het begin van het artikel over de comeback van het luchtschip. Het hele verhaal lees je in KIJK 10-2025. Bestel deze editie in onze webshop.
Tekst: Mark van den Tempel
Beeld: Shutterstock