Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een dutje met daarin een diepere slaapfase kan zorgen voor een doorbraak als je een probleem wilt oplossen.
“Slaap er een nachtje over”, hoor je vaak als je ergens mee zit en je niet weet hoe je het op moet lossen. Nu blijkt uit onderzoek dat zelfs een dutje kan zorgen voor nieuwe inzichten. Tenminste, als je een diepere slaapfase bereikt. Zo suggereren wetenschappers van de Universiteit Hamburg in een publicatie in PLOS Biology.
Lees ook:
- Slaappatronen voorspellen of een comapatiënt weer wakker wordt
- Hoe slaap – letterlijk – jouw brein schoonspoelt
- Kan zuurstofgebrek in de slaapkamer leiden tot nachtmerries?
Lichte en diepe slaap
Slaap bestaat uit verschillende slaapstadia. Zo heb je de lichte slaap, waarin je twee subfases kunt onderscheiden, namelijk N1 en N2. De N2-fase is daarvan de diepste. Verder heb je nog N3 (de ‘echte’ diepe slaap) en de REM-slaap (waarin je droomt).
Het brein heeft regelmatig slaap nodig, zo geeft neurowetenschapper en slaapdeskundige Ysbrand van der Werf van het Amsterdam UMC – niet betrokken bij de studie – aan. “In de slaap vindt een vorm van verwerking plaats, waardoor kennis en vaardigheden die je de voorgaande dag of dagen hebt opgedaan, worden vastgelegd. Dat proces van ‘slaap-gerelateerde consolidatie’ van geheugensporen lijkt vooral aan de diepe slaap te liggen.”
De verborgen regel
“Daarnaast werd in 2004 ook al aangetoond dat slaap kan leiden tot inzicht”, vervolgt Van der Werf. In die studie werden de deelnemers gevraagd een moeilijke taak op te lossen waarin een verborgen regel was opgenomen die het oplossen van de taak vergemakkelijkt.
“Mensen die de taak hadden geoefend en daarna hadden geslapen, waren de volgende dag veel beter in het plotseling ontdekken van die verborgen regel”, vertelt Van der Werf. “Het onderzoek liet alleen niet zien aan welke slaapstadia het verkrijgen van dat eureka-moment kon worden toegeschreven.”
Dutje doen
Dat is precies wat de huidige onderzoekers, onder leiding van Anika Löwe, wilden nagaan. Ze vroegen 90 vrijwilligers om een serie stippen op een computerscherm te volgen. De bedoeling was te reageren op de beweging van die stippen door op bepaalde knoppen van het toetsenbord te drukken.
Er was een truc om de opdracht een stuk makkelijker op te lossen, maar deze moesten de deelnemers zelf ontdekken. Na een aantal pogingen mochten ze een dutje van 20 minuten doen. Tijdens de slaap werden ze gemonitord door middel van een elektro-encefalogram (EEG). Die gaf aan welke slaapstadia de proefpersonen bereikten.
‘Aha’-moment
Na het dutje begonnen de deelnemers opnieuw aan de taak. Zo’n 86 procent van degenen die de diepste fase van de lichte slaap, N2, had bereikt, beleefde een ‘aha’-moment. Oftewel: ze wisten de taak vlot en snel op te lossen. Dit terwijl zij die wakker bleven of alleen in het lichte slaapstadium (N1) verkeerde, in maar respectievelijk 56 en 64 procent de truc doorhadden.
Van der Werf vindt de resultaten interessant. “Mensen die N2 bereikt hadden, waren subtiel beter in staat de taak vlot op te lossen dan mensen die in N1 terechtgekomen waren. Dat suggereert inderdaad dat de diepste fase van de lichte slaap belangrijk is voor het verkrijgen van inzicht.”
Welke slaapfase?
Daarmee staat de conclusie wel haaks op een onderzoek uit 2021. Daarin deden deelnemers een vergelijkbare (maar wel andere) taak voor én na een nacht slaap. “En die liet zien dat de effecten wellicht te danken zijn aan de N1-slaap”, geeft Van der Werf aan.
Dit wil volgens hem overigens niet zeggen dat één van de twee studies niet kloppen. “Ik denk dat je kunt zeggen dat alle onderzoekers het erover eens zijn dat slaap belangrijk is voor het verkrijgen van inzicht, maar dat het nog een beetje onduidelijk is welke slaapfase daar nou het meest bij betrokken is; of dat dat wellicht verschilt voor verschillende soorten taken.”
Bronnen: PLOS Biology, PLOS via EurekAlert!
Beeld: iStock/Getty Images